Now showing items 1-20 of 3377

    • Monitor nazorg ex-gedetineerden - 7e meting - Problemen op de basisvoorwaarden en de relatie met detentieduur en recidive

      Berghuis, M.L.; Boschman, S.; Weijters, G. (WODC, 2024-09-12)
      Net als in eerdere metingen van de monitor nazorg bekijken we de situatie op het gebied van werk en inkomen en onderdak. Daarbij bekijken we niet alleen of mensen werk, inkomen en onderdak hebben, maar ook kenmerken en stabiliteit van deze basisvoorwaarden. Vervolgens bekijken we of het bezitten van deze basisvoorwaarden en de kenmerken en stabiliteit van deze basisvoorwaarden samenhangen met recidive. 1.1. Wat is de situatie op werk, inkomen en onderdak van ex-gedetineerde personen voor detentie tot één jaar na detentie? 1.2. In hoeverre hangen (kenmerken en stabiliteit van) werk, inkomen en onderdak samen met recidive? In deze monitor nazorg is nieuwe informatie beschikbaar over problematische schulden. Hiermee kunnen we, beter dan in eerdere metingen in kaart brengen of nazorgkandidaten voor en na detentie problematische schulden hebben en of deze schulden samenhangen met recidive. 2.1. In hoeverre hebben nazorgkandidaten problematische schulden? 2.2. In hoeverre hangen problematische schulden samen met recidive? Vanwege actuele maatschappelijke, politieke en wetenschappelijke discussies over de sociale en economische gevolgen van de (korte) gevangenisstraf bekijken we in dit onderzoek ook de verschillen tussen kort en langer gedetineerde personen in de situatie op de basisvoorwaarden na detentie en het effect van detentieduur op de basisvoorwaarden. 3.1. Wat is het effect van detentieduur op de basisvoorwaarden werk, inkomen, onderdak en problematische schulden? INHOUD Inleiding Methode Werk, inkomen en onderdak Problematische schulden Het effect van detentieduur op de situatie op de basisvoorwaarden Discussie en conclusie
    • Onderzoek naar de markt voor incidentele loterijen

      Hanswijk, M.; Boiten, M.; Romijn, P.; Veldman, J.; Velde, R. te (Dialogic, 2024-09-11)
      Het doel van dit onderzoek is om inzicht te geven in de aard en de omvang van de markt voor incidentele loterijen, in het bijzonder de rol van white label platforms in deze markt. Een tweede doelstelling is om de mogelijkheden te inventariseren die er zijn voor toezicht op de markt voor incidentele loterijen, evenals het nut en de noodzaak om deze mogelijkheden in de huidige markt in te zetten. Het onderzoek richt zich dus op drie gebieden: de markt voor incidentele loterijen, de rol van white label platforms hierin, en het toezicht en de regulering van de sector. Binnen de markt wordt gekeken naar de structuur en trends van 2017-2023. Voor white label platforms worden hun aanwezigheid, organisatie, kostenstructuur, en voor- en nadelen voor goede doelen onderzocht. Voor wet- en regelgeving wordt eerst een overzicht gegeven van de Nederlandse regelgeving, toezicht en handhaving. Vervolgens wordt een beschrijving gegeven van de vormgeving van (incidentele) loterijen en het toezicht en regulering daarop in het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Frankrijk. INHOUD Introductie Wet- en regelgeving over incidentele loterijen De markt voor incidentele loterijen White label platforms Internationale context Conclusies en aanbevelingen
    • Ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit 2000-2023 - Synthese van bevindingen uit de Monitor Jeugdcriminaliteit

      Laan, A.M. van der; Tollenaar, N.; Beijers, J.; Kessels, R. (WODC, 2024-09-09)
      Het doel van deze synthese is een beschrijving te geven van ontwikkelingen in jeugdcriminaliteit in de periode 2000 tot en met 2023 met de nadruk op vijf meest recente jaren en deze ontwikkelingen nader te duiden door gebruik te maken van meerdere bronnen en actuele literatuur. We zoeken antwoorden op de volgende vragen:Hoe heeft de jeugdcriminaliteit in Nederland zich ontwikkeld in de periode 2000 tot en met 2023, met de nadruk op de laatste vijf jaren? Welke verschillen zijn er tussen subgroepen (onder meer demografische kenmerken), naar type delict en naar regio? Welke ontwikkelingen doen zich voor bij verschillende type sancties (Halt, OM- en ZM-afdoeningen)? In hoeverre is er sprake van mogelijke verjonging, verharding, concentratie of digitalisering van de jeugdcriminaliteit in Nederland? Welke verschillen zijn er tussen de ontwikkelingen in de geregistreerde criminaliteit in Nederland en omringende landen (België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk)?INHOUD Inleiding Algemene ontwikkeling Verdieping Slot
    • Monitor zelfgerapporteerde jeugddelinquentie 2023

      Tollenaar, N.; Beijers, J.; Laan, A.M. van der (WODC, 2024-09-09)
      Om te weten hoe het gaat met de jeugdigen in Nederland en aanknopingspunten te kunnen bieden voor adequaat beleid, worden ontwikkelingen in de Jeugdcriminaliteit periodiek onderzocht in de Monitor Jeugdcriminaliteit (MJC), een samenwerkingsverband van het WODC met het CBS. Daarvoor worden ontwikkelingen beschreven op basis van door politie en justitie geregistreerde jeugdcriminaliteit. Een aanzienlijk deel van de gepleegde delicten en daders komt echter niet in beeld bij politie en justitie. Naar schatting wordt ruim drie kwart van de ondervonden delicten niet opgehelderd. Daarom wordt er periodiek ook informatie verzameld uit een onafhankelijke bron, namelijk de door jongeren zelf gerapporteerde jeugddelinquentie. Sinds 2005 is sprake van de Monitor Zelfgerapporteerde Jeugddelinquentie (MZJ) waarbij een willekeurige steekproef van jongeren tussen 10 en 18 (in 2015 opgehoogd naar jongeren tot 23 jaar) uit de Nederlandse populatie wordt bevraagd over hun delinquente gedrag. De volgende onderzoeksvragen staan hier centraal: Wat is de aard en omvang van de door jongeren (10 tot 23 jaar) zelfgerapporteerde delicten in 2022/23, welke verschillen zijn er naar type delict, zowel traditioneel als online delicten, welke variatie doet zich voor naar verschillende kenmerken van groepen jongeren, jongeren met en zonder politiecontacten, en regio’s? Welke kenmerken (demografische en risico- en beschermende factoren) hangen samen met zelfgerapporteerde delinquentie in 2022/23, in welke mate komen deze factoren voor in een steekproef van jongeren uit de algemene populatie en welke verschillen zijn er naar achtergrondkenmerken van jongeren in de mate waarin deze voorkomen?INHOUD Inleiding Zelfgerapporteerde delinquentie Delinquentengroepen: delictgedrag en achtergrondkenmerken Leeftijd en delinquentie Conclusie
    • Een onderzoek naar de vestigingskeuze van kenniswerkers

      Bastiaansen, C.; Lazeri, M.; Dijk, L. van; Bozdas, C. (medew.); Noll, K. (medew.) (Regioplan, 2024-09-05)
      Het doel van dit onderzoek was om inzicht te verkrijgen in de factoren die een rol spelen in de vestigingskeuze van kennismigranten, zoekjaarders, zelfstandigen en start-ups en hoe verschillende factoren, inclusief het Nederlandse beleid, worden gewogen in deze keuze. De resultaten bieden handvatten om Nederland aantrekkelijker te maken als vestigingsland. INHOUD Inleiding Doelgroep en beleidsregelingen Literatuurstudie en contributietheorie Uitkomsten van de interviews Conclusie en verbeterpunten
    • Radicale reclame op sociale media - Een onderzoek naar online rekrutering door een voor extremistische groepen

      Stoeldraaijers, Ch.; Rodermond, E.; Thijs, F.; Leukfeldt, R.; Weerman, F. (Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), 2024-09-04)
      In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat internet en sociale media een cruciale rol spelen in processen van radicalisering en rekrutering door en voor extremistische groepen. In de Nationale Contraterrorisme Strategie 2022-2026, het meest recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland en het recente jaarverslag van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) wordt op verschillende manieren verwezen naar de rol van internet en sociale media. Zo wordt in het dreigingsbeeld benoemd dat de online wereld een belangrijke rol speelt in radicalisering, netwerkvorming en het aantrekken van jongeren met een al bestaande ‘geweldslust en drang om te choqueren’. Het huidige onderzoek beoogt in kaart te brengen hoe online rekrutering door en voor rechts-extremistische, jihadistische, anti-institutionele en links-extremistische groeperingen verloopt. Online rekrutering wordt hierbij gedefinieerd als “het proces waarbij een individu online wordt aangemoedigd om lid te worden van een groep, organisatie of beweging”. We vertrekken vanuit theorieën die veronderstellen dat rekrutering bestaat uit verschillende fasen. Daarnaast gebruiken we theorieën die specifiek ingaan op hoe kenmerken van sociale media aansluiten bij de leefwereld van gebruikers en daarmee zowel gewenste als ongewenste ontwikkelingen kunnen faciliteren. Ter vergroting van de kennis over online rekrutering beantwoorden we de volgende overkoepelende onderzoeksvragen: Wat is uit de literatuur en de praktijk bekend over de aard en mechanismen van online rekrutering door en voor extremistische groepen? In hoeverre is er een wisselwerking tussen online rekrutering en offline gedrag? Welke aanpakken en handelingsperspectieven zijn beschikbaar/geschikt voor instanties die zijn belast met de aanpak van extremisme?INHOUD Inleiding Wetenschappelijk kader Methode De aard, mechanisme en doorwerking van online rekrutering Maatregelen tegen online rekrutering en handelingsperspectieven slothoofdstuk
    • Duurzaam verenigd - Evaluatie Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars

      Blaker, N.; Veldkamp, J.; Burema, F.; Wanrooij, L. van; Halbersma, R.; Mandemakers, J. (Atlas research, 2024-09-04)
      Een wezenlijk deel van de in totaal 8,2 miljoen woningen in Nederland begin 2024 bestaat uit gebouwen die door middel van een splitsingsakte opgedeeld zijn in verschillende appartementsrechten. Deze appartementsrechten kunnen los verkocht worden, waarmee sinds 1972 simultaan een vereniging van eigenaars (hierna: VvE) wordt opgericht. Er waren op 1 januari 2022 ruim 135 duizend VvE’s met in totaal bijna 1,4 miljoen woningen. Op 1 januari 2018 trad de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars (hierna en waar dat geen verwarring kan opleveren: de Wet) in werking, met als doel om te stimuleren dat VvE’s jaarlijks een minimumbedrag reserveren voor groot onderhoud en dat ze overgaan tot (verdere) verduurzaming van het gebouw. Er zijn echter aanwijzingen dat VvE’s niet of te weinig reserveren, wat leidt tot achterstallig onderhoud en een te beperkte verduurzaming. VvE’s bestaande uit minimaal één woning moeten voldoende geld beschikbaar hebben voor noodzakelijk onderhoud en herstel van hun gebouwen. Dit kunnen zij in principe op twee manieren doen: conform de uiteengezette plannen in het opgestelde meerjarenonderhoudsplan (hierna: MJOP) of door elk jaar minimaal 0,5 procent van de herbouwwaarde van het VvE-gebouw te reserveren. De probleemstelling van het onderzoek is tweeledig: Op welke wijze, met welke doelen en met welke effecten zetten VvE’s het MJOP in, dat is ingevoerd met de Wet? In welke mate zijn er sinds de inwerkingtreding van de Wet meer leningen verstrekt aan VvE’s en, als dat het geval is, in welke mate zijn daarmee onderhouds- en/of verduurzamingsmaatregelen getroffen en in welke mate draagt het bij aan de CO2-doelstellingen? INHOUD Inleiding Deskresearch VvE-vragenlijst Analyse WoON Interviews en focusgroepen Conclusies
    • De belangenbehartiger bij letselschade - Over het bevorderen van kwaliteit en het tegengaan van zorgelijke praktijken op de markt voor belangenbehartigingsdienstverlening bij letselschade

      Boom, W. van; Rijnhout, R.; Gulyás, H.; Derksen, J.; Tilburg, R. van; Dongen, E. van; Faure, M.; Akkermans, A. (Radboud Universiteit, 2024-09-03)
      Deze studie gaat over de kwaliteit van belangenbehartiging op de Nederlandse markt voor belangenbehartigingsdienstverlening bij letselschadegevallen. De benadeelde die door letsel schade lijdt en daarvoor via het aansprakelijkheidsrecht compensatie wenst te verkrijgen van de aansprakelijke c.q. diens aansprakelijkheidsverzekeraar, wendt zich vaak tot een belangenbehartiger om dit te bewerkstelligen. Onder belangenbehartiging verstaan we dus het bijstaan door de belangenbehartiger van de benadeelde op grond van een contractuele opdracht van die benadeelde. Deze studie heeft als doelstelling het verkrijgen van inzicht in de samenstelling van de markt voor dienstverlening door belangenbehartigers, het verkrijgen van inzicht in kwaliteit van die belangenbehartiging en de factoren die deze kwaliteit bevorderen en belemmeren, en het verkrijgen van inzicht in mogelijke verbeteringen in die kwaliteit. INHOUD Inleiding Een eerste schets van de markt van belangenbehartiging Kostenverhaal voor de beloningsstructuren Welke zorgen over de praktijk zijn er? Kwaliteit van belangenbehartiging: drie perspectieven Bevordering van belemmering van kwaliteit: factoren en denkrichtingen Antwoorden op de ondezoeksvragen Bijlage 1 - Verantwoording algemeen Bijlage 2 - Verantwoording deskresearch Bijlage 3 - Interviews Bijlage 4 - Expertbijeenkomst Verkort aangehaalde bronnen en vindplaatsen
    • Justitiethesaurus 2023 - Gestructureerde standaard trefwoordenclassificatie

      Netburg, C.J. van (WODC, 2024-08-13)
      Dit is de twaalfde editie (2023) van de Justitiethesaurus, die door de Directie Informatisering (DI) als standaard trefwoordenclassificatie is vastgesteld voor het toegankelijk maken en terugvinden van Justitiële informatie in catalogi, documentatiebestanden en Justitiewebsites. Deze editie is grondig herzien. Veel niet gebruikte en verouderde termen en verwijzingen zijn verwijderd. De wijzigingen ten opzicht van de vorige editie van de Justitiethesaurus zijn terug te vinden in de mutatielijst 2023. Het gaat dan om nieuwe voorkeurstermen, verwijstermen, wijzigingen van schrijfwijze, wijzigingen van relaties en verwijderde voorkeurstermen en verwijzingen. De Justitiethesaurus kan alleen in pdf gedownload worden (zie: link)
    • Oekraïense vluchtelingen in Nederland - Representatieve cijfers over hun welzijn en positieverwerving

      Enk, B. van; Negash, S.M.; Otten, K.D.; Barsegyan, V.M.; Noyon, S.M.; Maliepaard, M.; Schans, D. (WODC, 2024-07-04)
      De eerste representatieve cijfers over Oekraïense vluchtelingen in Nederland laten het beeld zien van een groep mensen die proberen hun draai te vinden in een nieuw land. Zij voelen zich over het algemeen thuis in Nederland en de meerderheid is van plan te blijven, in ieder geval op de korte termijn. Een belangrijk probleem dat volledige deelname aan de Nederlandse maatschappij in de weg staat, is het gebrek aan beheersing van de Nederlandse taal onder deze groep.
    • Verslag kennistafels beoordelen en monitoren van de psychische gesteldheid van particuliere wapenbezitters

      Wonderen, R. van; Rhemen, R. van; Ganpat, S. (Verwey-Jonker Instituut, 2024-06-28)
      In de kennistafels stond de volgende probleemstelling centraal: ’Hoe kan de psychische gesteldheid van particuliere wapenbezitters bij de aanvraag van een vergunning en gedurende de looptijd van een vergunning worden vastgesteld en gemonitord om risico’s van legaal wapenbezit tot een minimum te beperken?’ Die probleemstelling heeft geleid tot de volgende vier algemene onderzoeksvragen: Welke aspecten van de psychische gesteldheid van (aspirant)wapenbezitters moeten worden beoordeeld om de risico’s van legaal wapenbezit tot een minimum te beperken? Hoe kunnen deze aspecten van de psychische gesteldheid zo goed mogelijk worden beoordeeld? Wat is er nodig om een optimale beoordelingssystematiek voor de beoordeling en monitoring van de psychische gesteldheid van (aspirant)wapenbezitters in de praktijk vorm te geven? 4. Hoe reflecteren partijen die al eerder betrokken zijn geweest bij het ontwikkelen en evalueren van instrumenten om de psychische gesteldheid van (aspirant) wapenbezitters te beoordelen op de uitkomsten van de bovenstaande onderzoeksvragen? Hoe reflecteren partijen die al eerder betrokken zijn geweest bij het ontwikkelen en evalueren van instrumenten om de psychische gesteldheid van (aspirant) wapenbezitters te beoordelen op de uitkomsten van de eerder genoemde onderzoeksvragen? INHOUD Introductie Resultaten kennistafels
    • Artikel 2.3 Wet forensische zorg in cijfers 2020 tot en met 2022

      Statsch, P.D.; Kogel, C.H. de (WODC, 2024-06-28)
      Met het inwerkingtreden van artikel 2.3 Wet forensische zorg (Wfz) op 1 januari 2020 heeft de strafrechter de bevoegdheid gekregen om in verschillende fasen van het strafproces een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging af te geven voor personen die niet (meer) op hun plaats zijn in het strafrecht en verplichte zorg nodig hebben. Op basis van registratiedata uit het zorginformatiesysteem van het Openbaar Ministerie (OM) geeft deze factsheet inzicht in de toepassing van artikel 2.3 Wfz in de eerste drie jaar sinds inwerkingtreden.
    • Perspectief van Nederlanders op kansspelen

      Hollander, D.; Miltenburg, Ch. van; Bouwmeester, J. (Ipsos I&O, 2024-06-27)
      Voor het ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: JenV) is het van belang om goed zicht te houden op de uitwerking van het kansspelbeleid, specifieke (actuele) thema’s en ontwikkelingen in het kansspeldomein. Een belangrijke vraag daarbij is hoe spelers zelf kijken naar gokken, wat hun ervaringen zijn en welke behoeften ze hebben. Deze informatie is temeer van belang omdat in 2024 de evaluatie van de Wet Kansspelen op Afstand plaatsvindt. Er is in dit onderzoek voor gekozen om breed te onderzoeken hoe alle Nederlanders naar kansspelen en de daar aanverwante thema’s kijken. Er wordt dus niet alleen het perspectief van spelers besproken, maar ook het perspectief van niet-spelers. Zodoende kan een vergelijking tussen de twee groepen worden gemaakt en eventuele verschillen worden beschreven. INHOUD Inleiding Keuzes bij het gokken: frequentie, tijdstip, gezelschap en middelengebruik Motieven voor spelen Online kansspelen en speellimieten Houding ten aanzien van gokken en winstkans Risico's en gevolgen Hulp en zorg Reclame Beschouwing
    • Daderprofielen van cybercriminelen uit Oost-Europa en Rusland

      Nederveen, F.; Silfversten, E.; Slootweg, R.; Hoorens, S. (RAND Europe, 2024-06-26)
      Hoewel veel onderzoek is gedaan naar de activiteiten van georganiseerde cybercriminaliteit en de tactieken, technieken en procedures die worden gebruikt om illegale activiteiten uit te voeren, is veel minder bekend over de daderprofielen van de cybercriminelen die hierbij betrokken zijn. In deze context is een kennistafel georganiseerd om bestaande kennis over de achtergrondkenmerken, drijfveren en rekrutering van deze groep cybercriminelen, en de hiaten in deze kennis, in kaart te brengen. Een verbeterde kennispositie kan bijdragen aan de inspanningen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Openbaar Ministerie en de politie om cybercrime te bestrijden en te voorkomen.
    • Incidenten en misdrijven door bewoners van COA- en crisisnoodopvanglocaties 2017-2023

      Noyon, S.M.; Barsegyan, V.M.; Vink, M.E.; Pluymaekers, T.P.N. (WODC, 2024-06-26)
      Er is veel aandacht voor overlastgevend gedrag onder asielmigranten, zowel in het publieke en politieke debat als onder organisaties in de migratieketen en de politie en het Openbaar Ministerie (OM). Hoewel eerdere edities van het incidenten- en misdrijvenoverzicht herhaaldelijk hebben aangetoond dat de groep overlastgevers slechts een kleine minderheid beslaat van de tienduizenden asielmigranten die jaarlijks worden opgevangen, kan het gedrag van deze kleine groep veel impact hebben. Overlastgevend gedrag heeft zijn weerslag op de leefbaarheid op opvanglocaties voor andere bewoners, de werkomstandigheden van medewerkers van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), de leefbaarheid voor inwoners van gemeenten waar opvanglocaties gevestigd zijn en uiteindelijk ook het draagvlak voor asielopvang in Nederland. Om effectief beleid te kunnen maken om overlastgevend gedrag te bestrijden en het debat over overlast zuiver te kunnen voeren, is feitelijke informatie essentieel. Het incidenten- en misdrijvenoverzicht draagt hieraan bij. De centrale probleemstelling: Wat is de aard van de incidenten op COA-locaties en misdrijven gepleegd door COA-bewoners in Nederland en welke ontwikkelingen door de tijd heen zijn er op dit gebied te zien? Het doel van de onderhavige rapportage is tweeledig. Ten eerste worden incidenten op COA- en CNO-locaties beschreven en wordt daarmee een algemeen beeld geschetst van de frequentie van incidenten en de trend hierin door de jaren heen. Daarnaast geeft de rapportage een overzicht van de misdrijven waarvan bewoners tijdens hun verblijf op COA- of CNO-locaties verdacht werden en de afhandeling hiervan door OM en Rechtspraak. INHOUD Inleiding Vreemdelingen op COA- en CNO-locaties Incidenten waarbij COA- en CNO-bewoners zijn betrokken Misdrijven waarvan COA- en CNO-bewoners worden verdacht Conclusie en discussie
    • Zicht op reisroutes van irreguliere migranten - Informatiebehoefte in de keten, dataoplossingen en ketensamenwerking

      Lazëri, M.; Velseboer, J.; Galesloot, N. (Regioplan Beleidsonderzoek, 2024-06-24)
      Naar verwachting neemt het aantal mensen dat naar Nederland migreert de komende jaren toe.1 Overheden zullen zich daarom steeds beter moeten voorbereiden op de komst van migranten, bijvoorbeeld door opvang te regelen. Toegenomen migratie houdt ook in dat de zogenoemde irreguliere migratie toeneemt, dat wil zeggen: het oversteken van een landgrens zonder de daarvoor benodigde toestemming of het verblijven in een land zonder de benodigde documenten. Deze vorm van migratie gaat gepaard met relatief grote risico’s zoals smokkel en uitbuiting. Tegelijkertijd is er slechts beperkt zicht op zowel de aantallen als de reisroutes van irreguliere migranten. Dit leidt tot verhoogde risico’s op smokkel en uitbuiting en tot beperkte beheersbaarheid van migratie vanuit overheden. Verschillende ketenpartners in de Nederlandse migratieketen hebben te maken met verschillende aspecten van irreguliere migratie. Ze beschikken daardoor (slechts) over data met betrekking tot de eigen specifieke domeinen. Dit kan bijvoorbeeld informatie zijn over reisroutes van irreguliere migranten die over land Nederland binnenkomen, of juist via luchthavens. Ook de dataverzameling bij deze ketenpartners kan specifiek afgestemd zijn op de aspecten waarmee zij te maken hebben. Vraagstelling Op welke wijze kunnen bestaande databronnen inzicht bieden in de reisroutes van migranten? Op welke wijze kunnen innovatieve technieken nieuwe databronnen genereren of bestaande data analyseren die het inzicht in de reisroutes van migranten vergroten? Welke organisatorische, juridische en technische randvoorwaarden gelden bij het ontsluiten, delen en analyseren van de onder vraag 1 en 2 genoemde bestaande en nieuwe databronnen? Kan een beter inzicht in de reisroutes van migranten bijdragen aan de beheersbaarheid van migratie-stromen en het tegengaan van het leed waar irreguliere migratie mee gepaard gaat? Zo ja, op welke wijze? INHOUD Inleiding Migratieketen en datapraktijken Randvoorwaarden voor datagebruik in de keten Bestendige oplossingen Innovatieve databronnen Conclusies
    • Van bajes naar buiten

      Doekhie, J.; Koenraadt, R.; Besten, A. den; Klein Gunnewiek, Q. (medew.) (Universiteit Leiden - sectie Strafrecht & Criminologie, 2024-06-20)
      Jaarlijks stromen in Nederland ongeveer 27.000 personen in en uit detentie. De Kans op herhaling van delinquent gedrag na detentie is groot: de afgelopen jaren komt bijna de helft van de ex-gedetineerde personen binnen twee jaar weer met justitie in aanraking en bijna 27 procent komt weer in detentie terecht. Om de recidviecijfers te verlagen, wordt al geruime tijd ingezet op het bevorderen van re-integratie van ex-gedetineerde personen. Het is belangrijk deze inzet te evalueren en waar nodig te verbeteren. Dit onderzoek levert daar een bijdrage aan. INHOUD Inleiding Methoden Planevaluatie van het re-integratiebeleid in Nederland Ervaringen van (ex-)gedetineerde personen met materiële re-integratie Ervaringen van (ex-)gedetineerde personen met sociale, formele en persoonlijke re-integratie Het re-integratieproces vanuit het perspectief van ketenpartners en professionals Conclusie en discussie
    • Jeugdige veroordeelden voor (poging) doodslag: 2016 en 2021 vergeleken - Een verdiepingsstudie bij de Monitor Jeugdcriminaliteit

      Beijers, J.E.H.; Prop, L.J.C.; Laan, A.M. van der (WODC, 2024-06-17)
      In de media werd de afgelopen jaren veel gesproken over verjonging en verharding van de jeugdcriminaliteit en over een toename in ernstig geweld onder jongeren. Het aantal 12- tot 23-jarige jeugdigen dat voor ernstig geweld is veroordeeld is tussen piekjaar 2004 en 2022 echter met twee derde afgenomen. Wel is er in de periode 2016 tot en met 2021 onder andere sprake van een toename in het aantal veroordelingen voor een specifieke vorm van ernstig geweld te weten (poging tot) doodslag onder minderjarigen (12 tot 18). Voor jongvolwassenen (18 tot 23) is er sprake van stabilisatie. Om beter zicht te krijgen in de toename van (poging-tot-) doodslagzaken richt dit onderzoek zich op de betreffende zaken uit het jaar 2016, het jaar met opvallend weinig veroordelingen. In dit onderzoek wordt nader ingegaan op kenmerken van (poging-tot-)doodslagzaken waarvoor jeugdigen zijn veroordeeld en in hoeverre deze verschillen tussen zaken uit het jaar 2016 en zaken uit het jaar 2021. Dit gebeurt aan de hand van de volgende hoofdvraag: Wat zijn kenmerken van strafzaken, met jeugdige veroordeelden, van (poging tot) doodslag en in hoeverre verschillen deze tussen 2016 en 2021?
    • Langdurig toezicht bij ernstige gewelds- en zedendelinquenten - Een meta-review naar effectieve (elementen van) toezicht/behandelprogramma's en veronderstelde werkzame mechanismen

      Broek, T. van den; Kool, J.K.; Nagtegaal, M.H. (2024-06-12)
      In 2018 is de Wet langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking (Wlt) in werking getreden, een wet waarmee langdurig toezicht, behandeling en monitoring van ex-gedetineerden en (ex-)terbeschikkinggestelden (tbs) is geregeld. Onder bepaalde omstandigheden zijn voor hen toezichtmogelijkheden gecreëerd, na afloop van de straf en/of maatregel. Dit toezicht is telkens te verlengen en daarmee van tevoren van onbekende totale duur. Het doel van de Wlt is het voorkomen van herhaling van zeden- en zware geweldsdelicten. Vanuit de Tweede Kamer zijn in het wetgevingstraject over de Wlt zorgen geuit over de toepassing en de uitvoerbaarheid van toezicht op de langere termijn. De onderzoekspopulatie bestaat uit volwassen onder toezicht gestelden die in de doelgroep van de Wlt vallen, te weten (ex-)justitiabelen die een gevangenisstraf van één jaar of meer en/of een tbs-maatregel hebben gehad en/of een psychische stoornis hebben; in het kort: de Wlt-populatie. Het doel van het huidige onderzoek is onderzoeken of voor de genoemde Wlt-populatie toezicht/behandelprogramma’s of elementen daarvan bekend zijn die kunnen helpen in het houden van langdurig(er) toezicht. Naast het in kaart brengen van effectieve toezicht/behandelprogramma’s voor langdurig toezicht zijn de veronderstelde werkzame mechanismen van de programma’s, de overeenkomsten en verschillen tussen de gevonden programma’s en elementen en eerder onderzoek naar effectief toezicht, en de manier waarop langdurig toezicht gemonitord kan worden in kaart gebracht. Onder toezicht wordt het gehele traject van re-integratie van een justitiabele verstaan: het toezicht dat door de reclassering wordt gehouden, maar ook behandelprogramma’s, trainingen, interventies of cursussen die tijdens het toezicht plaatsvinden. Het betreft alleen toezicht ‘aan de achterdeur’, als sluitstuk van een gevangenisstraf en/of tbs-maatregel. INHOUD Inleiding en methoden Effectiviteit van toezicht/behandelprogramma's Effectieve toezicht- en behandelprogramma's op lange termijn en de werkzame mechanismen Conclusie
    • Evaluatie van de aanpak van weigerende observandi - Prevalentie weigeren, mate van beantwoording pro Justitia-vragen en opgelegde sancties

      Nagtegaal, M..H.; Broek, T. van den; Anvelink, C. (medew.); Ruiter, T. de (medew.); Navarro Beyl, M. (medew.) (WODC, 2024-06-12)
      Als bij een verdachte van een strafbaar feit vermoedens zijn van een psychische stoornis, kan een gedragskundig onderzoek worden aangevraagd. Dit onderzoek, een pro Justitia(pJ)-onderzoek, wordt gedaan om te bepalen of er behandeling moet plaatsvinden in justitieel kader. Sommige verdachten van een strafbaar feit weigeren hun medewerking te verlenen aan het pJ-onderzoek. In een deel van die zaken levert het pJ-onderzoek te weinig informatie op over de psychische gesteldheid van de verdachte. In andere zaken is er vanuit eerdere en/of andere bronnen genoeg bekend over eventuele stoornissen. Als onbekend blijft of er stoornissen zijn, kan de onwenselijke situatie ontstaan dat de verdachte geen verplichte zorg wordt opgelegd, terwijl dit wel nodig is om de kans op recidive te verminderen en de veiligheid van de maatschappij te vergroten. Dit wordt de weigerproblematiek genoemd. De meest bekende vorm van dergelijke verplichte zorg is de maatregel terbeschikkingstelling (tbs). Om de weigerproblematiek terug te dringen is een weigeraanpak ingezet die in dit rapport is geëvalueerd. Het huidige deelonderzoek heeft drie doelstellingen: het bepalen van het aantal weigerende observandi en de doorwerking van weigeren op de beantwoording van de pJ-vragen sinds 2018; het vastleggen van de sancties (straffen en maatregelen) die de rechter aan weigerende observandi oplegt; het beschrijven van de ontwikkelingen in het beleid over weigerende observandi in het Pieter Baan Centrum (PBC) na april 2018.INHOUD Inleiding Prevalentie weigeren en doorwerking in pJ-vragen Opgelegde sancties aan weigerende observandi Voortzetting aangepast weigerbeleid Conclusie en discussie