Wet en Besluit politieregisters
dc.contributor.author | Cozijn, C. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-20T08:54:50Z | |
dc.date.available | 2021-01-20T08:54:50Z | |
dc.date.issued | 1996 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/863 | |
dc.description.abstract | Doel: Op 17 augustus 1990 traden enkele artikelen van de Wet Politieregisters in werking. Ongeveer een half jaar later traden, tegelijk met het Besluit Politieregisters, de overige artikelen in werking. In het Besluit Politieregisters is er naar gestreefd 'regels te stellen die de waarborgen van de wet, die strekken tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, nader uitwerken, zonder dat de mogelijkheden van de politie om doeltreffend te kunnen optreden daardoor onnodig worden beperkt'. Naar aanleiding van de reacties op het ontwerp van het besluit werd besloten om na enkele jaren de regelgeving te evalueren met het oog op mogelijke aanpassingen. In het kader van deze evaluatie is het WODC gevraagd een onderzoek te doen naar de ervaringen met de nieuwe regelgeving, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de vraag of de regels en de daaruit voortvloeiende lasten een doelmatige en/of doeltreffende opsporing in de weg staan. Uit een ingesteld vooronderzoek bleek dat de implementatie van de nieuwe regelgeving sterk beinvloed is door de reorganisatie van de politie. Met name de instructie van het politiepersoneel in operationele diensten zou hierdoor in de knel zijn gekomen. Om deze reden wordt in het onderzoek bijdere aandacht worden besteed aan het implementatieproces en aan de kennis en beleving van de voorschriften bij het politiepersoneel. | |
dc.publisher | WODC | |
dc.relation.ispartofseries | K-reeks 45 | |
dc.subject | Wet- en regelgeving | |
dc.subject | Politieregister | |
dc.subject | Persoonlijke levenssfeer | |
dc.subject | Politiepersoneel | |
dc.subject | Attitude | |
dc.subject | Evaluatie van wetgeving | |
dc.title | Wet en Besluit politieregisters | |
dc.title.alternative | Een inventarisatie van knelpunten in de politiepraktijk | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | K45 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-20T08:54:50Z | |
html.description.abstract | Doel: Op 17 augustus 1990 traden enkele artikelen van de Wet Politieregisters in werking. Ongeveer een half jaar later traden, tegelijk met het Besluit Politieregisters, de overige artikelen in werking. In het Besluit Politieregisters is er naar gestreefd 'regels te stellen die de waarborgen van de wet, die strekken tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, nader uitwerken, zonder dat de mogelijkheden van de politie om doeltreffend te kunnen optreden daardoor onnodig worden beperkt'. Naar aanleiding van de reacties op het ontwerp van het besluit werd besloten om na enkele jaren de regelgeving te evalueren met het oog op mogelijke aanpassingen. In het kader van deze evaluatie is het WODC gevraagd een onderzoek te doen naar de ervaringen met de nieuwe regelgeving, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de vraag of de regels en de daaruit voortvloeiende lasten een doelmatige en/of doeltreffende opsporing in de weg staan. Uit een ingesteld vooronderzoek bleek dat de implementatie van de nieuwe regelgeving sterk beinvloed is door de reorganisatie van de politie. Met name de instructie van het politiepersoneel in operationele diensten zou hierdoor in de knel zijn gekomen. Om deze reden wordt in het onderzoek bijdere aandacht worden besteed aan het implementatieproces en aan de kennis en beleving van de voorschriften bij het politiepersoneel. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:45a6bac6-afb6-4950-9b7d-643bfd746356 | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Den Haag |