Tussen bestuurlijke daad en juridische rede
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-20T08:54:20Z | |
dc.date.available | 2021-01-20T08:54:20Z | |
dc.date.issued | 1997 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/636 | |
dc.description.abstract | Door toepassing van allerlei vormen van rechtsbescherming (inspraak, bezwaarschriften, beroep tegen bindende besluiten) weten actiegroepen bestuursplannen vaalc jarenlang tegen te houden. Soms lijkt het erop dat grote infrastructurele projecten (Betuwelijn; nieuwe snelwegen) in Nederland niet meer uitvoerbaar zijn. In bestuurlijke kringen wordt scherp gereageerd op deze ontwilckelingen. Prominente bestuurders als Van Kemenade, commissaris van de koningin in Noord-Holland, hebben alarm geslagen en vrezen dat de democratie in gevaar is. De lcritiek komt er op neer dat de rechter ten onrechte op de stoel van de bestuurder gaat zitten en zich ook uitspraken veroorlooft over de doelmatigheid van bestuursbesluiten. Daarnaast leiden vele vormen van rechtsbescherming tot uitstel of afstel van beleid. De daadkracht en het gezag van het bestuur boeten hierdoor in. De boodschap is duidelijk: de juridisering, de rechterlijke bemoeienis met besluitvorming, dient tot staan te worden gebracht. Deze problematiek roept veel vragen op. Is het zo dat de juridisering toeneemt? Of spookt dat slechts in de hoofden van bestuurders? Stappen Nederlandse burgers eerder naar de rechter dan in het buitenland en doen zij dat vaker dan een twintigtal jaren terug? Zijn procederende nimby's (not in my backyard-actiegroepen) een teken van een verloederde of juist van een levendige democratie? Is vertraging wel altijd funest voor het maatschappelijk draagvlak van het beleid? Moet de rechtsbescherming worden ingeperkt zoals bestuurders wensen? Zijn bezwaarschriften overbodig? De antwoorden op deze vragen vallen in dit themanummer opmerkelijk vaak negatief uit voor de uitvoerende macht. De meeste auteurs vinden dat de bestuurders hun kritiek beter moeten onderbouwen en bepleiten een `onthaasting' van de besluitvorming. Ze doen ook aanbevelingen om bestuurlijke onzorgvuldigheden te voorkomen en de kwaliteit van het bestuur te vergroten. | |
dc.relation.ispartofseries | Justitiële verkenningen 1997/05 | |
dc.subject | Bestuursrechtspraak | |
dc.subject | Juridisering | |
dc.subject | Besluitvorming | |
dc.subject | Overheidsbeleid | |
dc.subject | Administratief recht/procesrecht | |
dc.subject | Rechtsbescherming tegen het bestuur | |
dc.subject | Bezwaarschriftenprocedure | |
dc.title | Tussen bestuurlijke daad en juridische rede | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | JV1997/05 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-20T08:54:20Z | |
html.description.abstract | Door toepassing van allerlei vormen van rechtsbescherming (inspraak, bezwaarschriften, beroep tegen bindende besluiten) weten actiegroepen bestuursplannen vaalc jarenlang tegen te houden. Soms lijkt het erop dat grote infrastructurele projecten (Betuwelijn; nieuwe snelwegen) in Nederland niet meer uitvoerbaar zijn. In bestuurlijke kringen wordt scherp gereageerd op deze ontwilckelingen. Prominente bestuurders als Van Kemenade, commissaris van de koningin in Noord-Holland, hebben alarm geslagen en vrezen dat de democratie in gevaar is. De lcritiek komt er op neer dat de rechter ten onrechte op de stoel van de bestuurder gaat zitten en zich ook uitspraken veroorlooft over de doelmatigheid van bestuursbesluiten. Daarnaast leiden vele vormen van rechtsbescherming tot uitstel of afstel van beleid. De daadkracht en het gezag van het bestuur boeten hierdoor in. De boodschap is duidelijk: de juridisering, de rechterlijke bemoeienis met besluitvorming, dient tot staan te worden gebracht. Deze problematiek roept veel vragen op. Is het zo dat de juridisering toeneemt? Of spookt dat slechts in de hoofden van bestuurders? Stappen Nederlandse burgers eerder naar de rechter dan in het buitenland en doen zij dat vaker dan een twintigtal jaren terug? Zijn procederende nimby's (not in my backyard-actiegroepen) een teken van een verloederde of juist van een levendige democratie? Is vertraging wel altijd funest voor het maatschappelijk draagvlak van het beleid? Moet de rechtsbescherming worden ingeperkt zoals bestuurders wensen? Zijn bezwaarschriften overbodig? De antwoorden op deze vragen vallen in dit themanummer opmerkelijk vaak negatief uit voor de uitvoerende macht. De meeste auteurs vinden dat de bestuurders hun kritiek beter moeten onderbouwen en bepleiten een `onthaasting' van de besluitvorming. Ze doen ook aanbevelingen om bestuurlijke onzorgvuldigheden te voorkomen en de kwaliteit van het bestuur te vergroten. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:8cef8160-c6b2-47aa-9910-99fc90879b32 | |
dc.contributor.institution | WODC |