De groeimarkt van kansspelen
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-20T08:54:19Z | |
dc.date.available | 2021-01-20T08:54:19Z | |
dc.date.issued | 1996 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/626 | |
dc.description.abstract | Gokken kan op een groeiende populariteit rekenen. In Nederland wordt jaarlijks 3,8 miljard gulden uitgegeven aan legale kansspelen, hetgeen ongeveer 250 gulden per inwoner betekent. Daarmee staat Nederland inmiddels vijfde op de Europese gokranglijst. Zuinigheid, matiging en afkeer van gokken hebben plaatsgemaakt voor een liberaal-pragmatisch besef dat de kansspelmarkt uitermate lucratief is en fondswerving begunstigt. Het eind van de groei is nog niet in zicht: deelname aan gokspelletjes via telefoon en televisie wordt steeds gemakkelijker; de digitale casino komt onder ieders handbereik. Deze wildgroei heeft mogelijk een hoge prijs: verder toenemende gokverslaving. De laatste jaren hebben een kentering te zien gegeven: om verslaving tegen te gaan hebben gemeenten de groei van speelautomaten aan banden gelegd. De nota Kansspelen herijkt gaat nog een stap verder. Het kabinet wil een algeheel verbod op speelautomaten in laagdrempelige locaties zoals snackbars, buurthuizen en sportkantines. Gemeenten kunnen zelf bepalen of ze deze automaten ook in hoogdrempelige locaties zoals cafés gaan weren. Voor de loterijen en casinospelen zijn de gevolgen van de nota minder ingrijpend. Reclame moet worden verminderd en het aantal kansspelen wordt bevroren op het huidige niveau. Maar ook nu laat de kritiek van de kanspelbranche zich raden: er zal 'kapitaalvlucht' ontstaan naar het illegale gokwezen en naar buitenlandse loterijen. De begunstigden van de kansspelen, sport en lichamelijke opvoeding, het goede doel (van Unicef tot Wereld Natuur Fonds), maar ook de schatkist, zijn de verliezers. Dat maakt de positie van de overheid er niet makkelijker op, zeker als ze zelf als gokbaas fungeert. De overheid reguleert en kanaliseert maar profiteert dankbaar van de omzet. | |
dc.relation.ispartofseries | Justitiële verkenningen 1996/04 | |
dc.subject | Kansspel | |
dc.subject | Politiek | |
dc.subject | Kansspelbelasting | |
dc.subject | Wet- en regelgeving | |
dc.subject | Gokverslaving en criminaliteit | |
dc.subject | Gemeente | |
dc.subject | Speelautomaat | |
dc.subject | Rassendiscriminatie | |
dc.subject | Jurisprudentie | |
dc.subject | Gokken | |
dc.subject | Politieke partij | |
dc.subject | Overheidsbeleid | |
dc.subject | Kansspelverslaving | |
dc.subject | Economie | |
dc.title | De groeimarkt van kansspelen | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | JV1996/04 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-20T08:54:19Z | |
html.description.abstract | Gokken kan op een groeiende populariteit rekenen. In Nederland wordt jaarlijks 3,8 miljard gulden uitgegeven aan legale kansspelen, hetgeen ongeveer 250 gulden per inwoner betekent. Daarmee staat Nederland inmiddels vijfde op de Europese gokranglijst. Zuinigheid, matiging en afkeer van gokken hebben plaatsgemaakt voor een liberaal-pragmatisch besef dat de kansspelmarkt uitermate lucratief is en fondswerving begunstigt. Het eind van de groei is nog niet in zicht: deelname aan gokspelletjes via telefoon en televisie wordt steeds gemakkelijker; de digitale casino komt onder ieders handbereik. Deze wildgroei heeft mogelijk een hoge prijs: verder toenemende gokverslaving. De laatste jaren hebben een kentering te zien gegeven: om verslaving tegen te gaan hebben gemeenten de groei van speelautomaten aan banden gelegd. De nota Kansspelen herijkt gaat nog een stap verder. Het kabinet wil een algeheel verbod op speelautomaten in laagdrempelige locaties zoals snackbars, buurthuizen en sportkantines. Gemeenten kunnen zelf bepalen of ze deze automaten ook in hoogdrempelige locaties zoals cafés gaan weren. Voor de loterijen en casinospelen zijn de gevolgen van de nota minder ingrijpend. Reclame moet worden verminderd en het aantal kansspelen wordt bevroren op het huidige niveau. Maar ook nu laat de kritiek van de kanspelbranche zich raden: er zal 'kapitaalvlucht' ontstaan naar het illegale gokwezen en naar buitenlandse loterijen. De begunstigden van de kansspelen, sport en lichamelijke opvoeding, het goede doel (van Unicef tot Wereld Natuur Fonds), maar ook de schatkist, zijn de verliezers. Dat maakt de positie van de overheid er niet makkelijker op, zeker als ze zelf als gokbaas fungeert. De overheid reguleert en kanaliseert maar profiteert dankbaar van de omzet. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:7244fd88-6712-40ef-a661-af226cef9dee | |
dc.contributor.institution | WODC |