Crisis in de gedoogcultuur
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-20T08:54:19Z | |
dc.date.available | 2021-01-20T08:54:19Z | |
dc.date.issued | 1995 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/621 | |
dc.description.abstract | 'Gedogen' is inmiddels een bekend verschijnsel geworden. Op vele rechtsgebieden ziet de overheid willens en wetens af van (stringente) handhaving van de wetgeving. Dat kan dikwijls niet anders want tegenstrijdige of onuitvoerbare regelgeving roept vanzelf gedooggedrag op. Bij de handhaving van het milieurecht heeft gedogen zelfs de status gekregen van een zelfstandig bestuurlijk instrument, onmisbaar in een 'wettenstaat'. Een kleine tien jaar later is er veel veranderd. Het lijkt er soms op dat gedogend besturen eerder regel dan uitzondering is geworden. Bovendien ondervindt de wijze waarop de Nederlandse overheid de vraagstukken van drugs en euthanasie aanpakt, in het buitenland hevige lcritiek. Nederland zou aan een ernstige gedoogziekte lijden die de eerbiedwaardige traditie van tolerantie teniet dreigt te doen. In eigen land heeft Ed van Thijn meermalen op die ontwikkeling gewezen: tolerantie betekent voortaan lalcsheid, halfhartigheid en zwakke knieen ten opzichte van recht en orde'. De gedogende overheid lijdt regelmatig gezichtsverlies en doet soms een wanhopig beroep op burgers om haar eigen tekortkomingen door de vingers te zien. Dan maar terug naar het principe 'regels zijn regels'? De vraag is of dat nog kan. Wetten zijn geen panldare recepten, al hebben we dat lange tijd gedacht. Deze vragen en problemen werden besproken tijdens een symposium dat Justitiele verkenningen onder de titel 'Crisis in de gedoogcultuur?' op 11 oktober in het Kurhaus te Scheveningen organiseerde. | |
dc.relation.ispartofseries | Justitiële verkenningen 1995/08 | |
dc.subject | Gedogen | |
dc.subject | Opportuniteitsbeginsel | |
dc.subject | Justitiebeleid | |
dc.subject | Overheidsbeleid | |
dc.subject | Rechtshandhaving | |
dc.title | Crisis in de gedoogcultuur | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | JV1995/08 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-20T08:54:19Z | |
html.description.abstract | 'Gedogen' is inmiddels een bekend verschijnsel geworden. Op vele rechtsgebieden ziet de overheid willens en wetens af van (stringente) handhaving van de wetgeving. Dat kan dikwijls niet anders want tegenstrijdige of onuitvoerbare regelgeving roept vanzelf gedooggedrag op. Bij de handhaving van het milieurecht heeft gedogen zelfs de status gekregen van een zelfstandig bestuurlijk instrument, onmisbaar in een 'wettenstaat'. Een kleine tien jaar later is er veel veranderd. Het lijkt er soms op dat gedogend besturen eerder regel dan uitzondering is geworden. Bovendien ondervindt de wijze waarop de Nederlandse overheid de vraagstukken van drugs en euthanasie aanpakt, in het buitenland hevige lcritiek. Nederland zou aan een ernstige gedoogziekte lijden die de eerbiedwaardige traditie van tolerantie teniet dreigt te doen. In eigen land heeft Ed van Thijn meermalen op die ontwikkeling gewezen: tolerantie betekent voortaan lalcsheid, halfhartigheid en zwakke knieen ten opzichte van recht en orde'. De gedogende overheid lijdt regelmatig gezichtsverlies en doet soms een wanhopig beroep op burgers om haar eigen tekortkomingen door de vingers te zien. Dan maar terug naar het principe 'regels zijn regels'? De vraag is of dat nog kan. Wetten zijn geen panldare recepten, al hebben we dat lange tijd gedacht. Deze vragen en problemen werden besproken tijdens een symposium dat Justitiele verkenningen onder de titel 'Crisis in de gedoogcultuur?' op 11 oktober in het Kurhaus te Scheveningen organiseerde. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:bea8506d-3f63-4c2d-bbb0-4f371e172257 | |
dc.contributor.institution | WODC |