De markt van reclassering en straf
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-20T08:54:18Z | |
dc.date.available | 2021-01-20T08:54:18Z | |
dc.date.issued | 1994 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/608 | |
dc.description.abstract | Het laatste nummer van Justitiele verkenningen dat aan reclassering gewijd was, stamt al weer uit 1985. Destijds woedde de discussie over de taak en plaats van de reclassering: staat de client voorop, of heeft de dienstverlening aan Justitie voorrang? Is de reclassering een instelling die herintegratie van de justitiabele in de samenleving poogt te bewerkstelligen of een instantie die als verlengde arm van het O.M. fungeert? Duidelijk was dat in de spanningsverhouding tussen client en Justitie, tussen hulp en controle, de reclassering op diende te schuiven richting Justitie. In het nieuwe organisatiemodel zoals is neergelegd in de blauwdruk De reclassering in breder perspectief (augustus 1993) komt die keuze ondubbelzinnig tot uitdrukking. De reclassering lijkt als een formeel onderdeel van de strafrechtsketen te gaan fungeren. Aanleiding is de bezuiniging die door het ministerie van Justitie is opgelegd. In het nieuwe organisatiemodel is de reclassering ondergebracht in een landelijke organisatie die de efficientie en de interne besluitvorming moet verbeteren. De blauwdruk zinspeelt op een andere bedrijfscultuur waarin het marktdenken een voorname rol speelt: de reclassering moet resultaatgericht en bedrijfsmatig werken. Zo wordt het reclasseringswerk voortaan afgerekend op concrete recidive-vermindering. De vraag is of dergelijke efficiency-normen wel verband houden met het eigenlijke werk van de reclassering. Een aantal auteurs in dit nummer zet dan ook vraagtekens bij een reclassering die marktconform moet opereren. | |
dc.relation.ispartofseries | Justitiële verkenningen 1994/04 | |
dc.subject | Reclasseringshulp | |
dc.subject | Reclasseringsorganisatie | |
dc.subject | Relatie | |
dc.subject | Reclasseringsbeleid | |
dc.subject | Vroeghulp | |
dc.subject | Cad | |
dc.subject | Openbaar ministerie | |
dc.subject | Organisatieverandering | |
dc.subject | Reclassering | |
dc.subject | Drugvrije detentie | |
dc.title | De markt van reclassering en straf | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | JV1994/04 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-20T08:54:18Z | |
html.description.abstract | Het laatste nummer van Justitiele verkenningen dat aan reclassering gewijd was, stamt al weer uit 1985. Destijds woedde de discussie over de taak en plaats van de reclassering: staat de client voorop, of heeft de dienstverlening aan Justitie voorrang? Is de reclassering een instelling die herintegratie van de justitiabele in de samenleving poogt te bewerkstelligen of een instantie die als verlengde arm van het O.M. fungeert? Duidelijk was dat in de spanningsverhouding tussen client en Justitie, tussen hulp en controle, de reclassering op diende te schuiven richting Justitie. In het nieuwe organisatiemodel zoals is neergelegd in de blauwdruk De reclassering in breder perspectief (augustus 1993) komt die keuze ondubbelzinnig tot uitdrukking. De reclassering lijkt als een formeel onderdeel van de strafrechtsketen te gaan fungeren. Aanleiding is de bezuiniging die door het ministerie van Justitie is opgelegd. In het nieuwe organisatiemodel is de reclassering ondergebracht in een landelijke organisatie die de efficientie en de interne besluitvorming moet verbeteren. De blauwdruk zinspeelt op een andere bedrijfscultuur waarin het marktdenken een voorname rol speelt: de reclassering moet resultaatgericht en bedrijfsmatig werken. Zo wordt het reclasseringswerk voortaan afgerekend op concrete recidive-vermindering. De vraag is of dergelijke efficiency-normen wel verband houden met het eigenlijke werk van de reclassering. Een aantal auteurs in dit nummer zet dan ook vraagtekens bij een reclassering die marktconform moet opereren. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:acbeb164-243c-4b38-956a-a7fbcbaae465 | |
dc.contributor.institution | WODC |