Wetgeven en evalueren
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-20T08:54:16Z | |
dc.date.available | 2021-01-20T08:54:16Z | |
dc.date.issued | 1991 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/582 | |
dc.description.abstract | Als een fijnmazig web liggen de wetsteksten over de samenleving geweven. Maar de wet wordt niet zomaar `gegeven' en in dank aanvaard; de wet dient te worden gekend, gehandhaafd, opgedrongen en afgedwongen. Want wat is een wet zonder dat zij wordt nagevolgd? Het mag dan ook geen wonder heten dat in het wetgevingsproces steeds vaker de vraag wordt gesteld of een gegeven wet eigenlijk wel werkt. Een vraag die steeds relevanter wordt naarmate het aantal wetten toeneemt. De vraag naar de werking van een wet komt echter nog om een tweede reden naar voren. Vrijwel geen enkele wet is het resultaat van een eenduidig besluitvormingsproces. In dit moeizame geboorteproces van wetten speelt de vraag naar het veronderstelde effect van een wet natuurlijk een belangrijke rol. Geen effecten, ongewenste effecten, bijeffecten; de discussie over de wenselijkheid van een wet anticipeert op de nog onbekende gevolgen van invoering. Dat betekent dat de vraag naar evaluatie van een wet onderdeel wordt van het wetgevingsproces zelf, onder andere om politieke meningsverschillen te kunnen overbruggen. Evaluatie van wetten en het proces van wetgeving zijn met andere woorden steeds moeilijker van elkaar te onderscheiden. Wetgeving vraagt om evaluatie en evaluatie kijkt naar de beoogde doelen. In dit themanummer wordt de, momenteel zeer actuele, verhouding tussen wetgeving en evaluatie onder de loep genomen. | |
dc.relation.ispartofseries | Justitiële verkenningen 1991/05 | |
dc.subject | Politiek | |
dc.subject | Wet- en regelgeving | |
dc.subject | Wet Mulder | |
dc.subject | Wetgevingstechniek | |
dc.subject | Evaluatie van wetgeving | |
dc.title | Wetgeven en evalueren | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | JV1991/05 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-20T08:54:16Z | |
html.description.abstract | Als een fijnmazig web liggen de wetsteksten over de samenleving geweven. Maar de wet wordt niet zomaar `gegeven' en in dank aanvaard; de wet dient te worden gekend, gehandhaafd, opgedrongen en afgedwongen. Want wat is een wet zonder dat zij wordt nagevolgd? Het mag dan ook geen wonder heten dat in het wetgevingsproces steeds vaker de vraag wordt gesteld of een gegeven wet eigenlijk wel werkt. Een vraag die steeds relevanter wordt naarmate het aantal wetten toeneemt. De vraag naar de werking van een wet komt echter nog om een tweede reden naar voren. Vrijwel geen enkele wet is het resultaat van een eenduidig besluitvormingsproces. In dit moeizame geboorteproces van wetten speelt de vraag naar het veronderstelde effect van een wet natuurlijk een belangrijke rol. Geen effecten, ongewenste effecten, bijeffecten; de discussie over de wenselijkheid van een wet anticipeert op de nog onbekende gevolgen van invoering. Dat betekent dat de vraag naar evaluatie van een wet onderdeel wordt van het wetgevingsproces zelf, onder andere om politieke meningsverschillen te kunnen overbruggen. Evaluatie van wetten en het proces van wetgeving zijn met andere woorden steeds moeilijker van elkaar te onderscheiden. Wetgeving vraagt om evaluatie en evaluatie kijkt naar de beoogde doelen. In dit themanummer wordt de, momenteel zeer actuele, verhouding tussen wetgeving en evaluatie onder de loep genomen. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:cd23ab3f-c3d0-414d-8c03-5ec14f5bff03 | |
dc.contributor.institution | WODC |