Jongerenwerk, sport en criminaliteit
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-20T08:54:14Z | |
dc.date.available | 2021-01-20T08:54:14Z | |
dc.date.issued | 1988 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/555 | |
dc.description.abstract | In dit themanummer komt de vraag naar voren of er wellicht iets 'mis' is met de wijze waarop jongeren worden ingevoegd in het volwassen maatschappelijk leven. Het is gebruikelijk om hierbij een onderscheid te maken in drie zogenoemde socialisatievormen. De primaire socialisatie wordt geacht plaats te vinden in het gezin, de secundaire op school en de tertiaire in de vrijetijdssfeer. Kenmerkend voor de tertiaire sfeer het onderwerp van deze aflevering van Justitiële Verkenningen is dat een belangrijk deel daarvan in het teken staat van de 'commercie'. Daarbij moet worden gedacht aan de kleding- en muziekindustrie, aan de horeca en ten dele ook aan de media. Op twee terreinen van vrijetijdsbesteding is de overheid in haar subsidiebeleid (indirect) wel aanwezig, namelijk het jongerenwerk en de georganiseerde sportbeoefening. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in het beleid rond het kabinetsplan Samenleving en criminaliteit met name deze twee welzijnsterreinen worden genoemd, waar het gaat om 'het versterken van de binding van de opgroeiende generatie aan de maatschappij'. In het kader van het bestuurlijk preventiebeleid wordt gesproken van het belang van 'normstellend jongerenwerk' en zijn diverse projecten op het gebied van de sport en het (randgroep)jongerenwerk gesubsidieerd. In dit nummer worden de achtergronden en de mogelijkheden van dit beleid geanalyseerd. | |
dc.publisher | Gouda Quint | |
dc.relation.ispartofseries | Justitiële verkenningen 1988/05 | |
dc.subject | Sport | |
dc.subject | Jeugdhulpverlening | |
dc.subject | Preventie | |
dc.subject | Vrijetijdsbesteding | |
dc.subject | Jeugdzorg | |
dc.subject | Jeugdcriminaliteit | |
dc.subject | Jeugdigen | |
dc.subject | Risicojongeren | |
dc.title | Jongerenwerk, sport en criminaliteit | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | JV1988/05 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-20T08:54:14Z | |
html.description.abstract | In dit themanummer komt de vraag naar voren of er wellicht iets 'mis' is met de wijze waarop jongeren worden ingevoegd in het volwassen maatschappelijk leven. Het is gebruikelijk om hierbij een onderscheid te maken in drie zogenoemde socialisatievormen. De primaire socialisatie wordt geacht plaats te vinden in het gezin, de secundaire op school en de tertiaire in de vrijetijdssfeer. Kenmerkend voor de tertiaire sfeer het onderwerp van deze aflevering van Justitiële Verkenningen is dat een belangrijk deel daarvan in het teken staat van de 'commercie'. Daarbij moet worden gedacht aan de kleding- en muziekindustrie, aan de horeca en ten dele ook aan de media. Op twee terreinen van vrijetijdsbesteding is de overheid in haar subsidiebeleid (indirect) wel aanwezig, namelijk het jongerenwerk en de georganiseerde sportbeoefening. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in het beleid rond het kabinetsplan Samenleving en criminaliteit met name deze twee welzijnsterreinen worden genoemd, waar het gaat om 'het versterken van de binding van de opgroeiende generatie aan de maatschappij'. In het kader van het bestuurlijk preventiebeleid wordt gesproken van het belang van 'normstellend jongerenwerk' en zijn diverse projecten op het gebied van de sport en het (randgroep)jongerenwerk gesubsidieerd. In dit nummer worden de achtergronden en de mogelijkheden van dit beleid geanalyseerd. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:3e2ee573-852b-46ac-aa14-0d953e0c40cf | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Arnhem |