Evaluatie Wet vergoeding affectieschade
dc.contributor.author | Wees, K. van | |
dc.contributor.author | Rijnhout, R. | |
dc.contributor.author | Akkermans, A. | |
dc.contributor.author | Kuiper, A. | |
dc.contributor.author | Elbers, N. | |
dc.contributor.author | Dalhuisen, L. | |
dc.contributor.author | Van, A. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | nl_NL |
dc.date.accessioned | 2024-12-16T13:58:53Z | |
dc.date.available | 2024-12-16T13:58:53Z | |
dc.date.issued | 2024-12-16 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/3423 | |
dc.description.abstract | Het doel van dit onderzoek is om na te gaan in hoeverre de wet de beoogde doelstelling heeft behaald, oftewel of naasten of nabestaanden de vergoeding ervaren als erkenning van leed en als vorm van genoegdoening. Daarnaast moet het onderzoek inzicht bieden in de voor- en nadelen van het eventueel wijzigen van de omvang van de schadevergoeding en de kring van gerechtigden. Daarbij moet worden vermeld dat in de 5 jaar na inwerkingtreding van de Wet vergoeding affectieschade in de literatuur en in het parlement (met name) is gediscussieerd over de positie van broers en zussen. Zij zijn niet opgenomen in de wettelijke kring van gerechtigden en hebben dus in beginsel geen wettelijke aanspraak op affectieschadevergoeding. Als zij die vergoeding willen ontvangen, staat voor hen alleen een beroep op de hardheidsclausule open. INHOUD Inleiding Wettelijk kader en wetsgeschiedenis Vragenlijstonderzoek Interviews met naasten en nabestaanden Rechtspraakanalyse Internationale verkenning Overige onderzoeksbevindingen Conclusies | |
dc.publisher | VU Amsterdam / Universiteit Utrecht | nl_NL |
dc.relation.ispartofseries | WODC Rapport 3442 | nl_NL |
dc.relation.uri | https://www.wodc.nl/actueel/nieuws/2024/12/16/geef-broers-en-zussen-ook-recht-op-smartengeld-na-misdrijf-of-ongeluk | nl_NL |
dc.subject | Evaluatie van wetgeving | nl_NL |
dc.subject | Immateriele schade | nl_NL |
dc.subject | Nabestaanden | nl_NL |
dc.subject | Schaderegeling | nl_NL |
dc.subject | Slachtoffers | nl_NL |
dc.subject | Smartengeld | nl_NL |
dc.subject | Evaluatieonderzoek | nl_NL |
dc.title | Evaluatie Wet vergoeding affectieschade | nl_NL |
dc.type | Rapport | nl_NL |
dc.identifier.project | 3442 | nl_NL |
html.description.abstract | Het doel van dit onderzoek is om na te gaan in hoeverre de wet de beoogde doelstelling heeft behaald, oftewel of naasten of nabestaanden de vergoeding ervaren als erkenning van leed en als vorm van genoegdoening. Daarnaast moet het onderzoek inzicht bieden in de voor- en nadelen van het eventueel wijzigen van de omvang van de schadevergoeding en de kring van gerechtigden. Daarbij moet worden vermeld dat in de 5 jaar na inwerkingtreding van de Wet vergoeding affectieschade in de literatuur en in het parlement (met name) is gediscussieerd over de positie van broers en zussen. Zij zijn niet opgenomen in de wettelijke kring van gerechtigden en hebben dus in beginsel geen wettelijke aanspraak op affectieschadevergoeding. Als zij die vergoeding willen ontvangen, staat voor hen alleen een beroep op de hardheidsclausule open.<BR><P></P> <B>INHOUD</B> <OL><LI>Inleiding <LI>Wettelijk kader en wetsgeschiedenis <LI>Vragenlijstonderzoek <LI>Interviews met naasten en nabestaanden <LI>Rechtspraakanalyse <LI>Internationale verkenning <LI>Overige onderzoeksbevindingen <LI>Conclusies</LI></OL> | nl_NL |
dc.contributor.institution | VU Amsterdam | nl_NL |
dc.contributor.institution | Universiteit Utrecht | nl_NL |
dc.contributor.institution | WODC | nl_NL |
dc.source.city | Amsterdam / Utrecht | nl_NL |
dc.title.english | Evaluation of the Act on Bereavement Damages (full text only available in Dutch) | nl_NL |