Toepassing van artikel 2.3 Wet forensische zorg
dc.contributor.author | Oosterhuis, V. | |
dc.contributor.author | Burger, A.M. | |
dc.contributor.author | Kogel, C.H. de | |
dc.contributor.author | Breeden, N. van (medew.) | |
dc.contributor.author | Marel, M. van der (medew.) | |
dc.contributor.author | Ruijs, B. (medew.) | |
dc.coverage.spatial | Nederland | nl_NL |
dc.date.accessioned | 2022-12-13T15:59:48Z | |
dc.date.available | 2022-12-13T15:59:48Z | |
dc.date.issued | 2022-12-13 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/3230 | |
dc.description.abstract | Het op 1 januari 2020 in werking getreden artikel 2.3 Wet forensische zorg (Wfz) geeft de strafrechter de bevoegdheid een civiele machtiging voor verplichte zorg af te geven. Adequate toeleiding vanuit de strafrechtketen naar zorg van personen die dit nodig hebben is het hoofddoel artikel 2.3 Wfz. Onderdeel daarvan is tevens het bevorderen van continuïteit van zorg aan betrokkenen. Het zogeheten schakelartikel 2.3 Wfz is gelijktijdig met de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd) van kracht geworden. Met de afgifte van een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging ex artikel 2.3 Wfz, machtigt de strafrechter een zorgaanbieder om verplichte zorg op basis van respec-tievelijke de Wvggz of Wzd aan de betrokkene te verlenen. Het artikel biedt de straf-rechter daartoe een brede basis. Het doel van dit onderzoek is om een beeld te geven van de toepassing van artikel 2.3 Wfz door de strafrechter in de eerste anderhalf jaar na inwerkingtreding. Daartoe is de beschikbare jurisprudentie onderzocht. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe werd artikel 2.3 Wfz toegepast blijkens jurisprudentie? Voor het onderzoek zijn de volgende deelvragen geformuleerd: Welke kenmerken zagen wij bij de betrokkenen voor wie een machtiging via artikel 2.3 Wfz werd overwogen en respectievelijk wel of niet werd afgegeven? Welke kenmerken zagen wij bij de zaken waarin een machtiging via artikel 2.3 Wfz werd overwogen en respectievelijk wel of niet werd afgegeven? Welke overwegingen van de strafrechter speelden een rol bij het besluit om wel of geen machtiging af te geven?INHOUD Inleiding Methoden De verzamelde artikel 2.3 Wfz-zaken Bij wie werd een zorgmachtiging via artikel 2.3 Wfz toegepast? Kenmerken artikel 2.3 Wfz-zorgmachtigingszaken Overwegingen strafrechter bij verlenen zorgmachtiging Overwegingen strafrechter bij niet-verlenen zorgmachtiging De zorgmachtiging bij verlengingszaken Rechterlijke machtiging via artikel 2.3 Wfz | |
dc.description.abstract | Section 2.3 of the Forensic Care Act (Dutch: Wet forensische zorg or Wfz, hereafter called Section 2.3 Wfz) came into effect on January 1st 2020, one year after the other parts of the Wfz came into effect and simultaneously with the implementation of the Compulsory Mental Health Care Act (Dutch: Wet verplichte geestelijke gezondheids-zorg or Wvggz) and the Care and Compulsion Act (Dutch: Wet zorg en dwang or Wzd). The aim of section 2.3 Wfz is to improve the connection between the criminal justice system and the civil mental healthcare system, with the goal of improving the continuity of mental health care during and after patients’ trajectories within the criminal justice system. The aim of this study is to provide an overview of the considerations and applications of section 2.3 Wfz in the first eighteen months after it came into effect. To this end, we have examined the available case law of section 2.3 Wfz. The main research question of this study is as follows: How was section 2.3 Wfz applied, based on the available case law? | |
dc.publisher | WODC | nl_NL |
dc.relation.ispartofseries | Cahiers 2022-13 | nl_NL |
dc.relation.uri | https://www.wodc.nl/actueel/nieuws/2022/12/13/strafrechter-weegt-bewust-risicos-af-voordat-personen-naar-reguliere-geestelijke-gezondheidszorg-worden-gestuurd | |
dc.relation.url | https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3200 | |
dc.subject | Forensische zorg | nl_NL |
dc.subject | Wet- en regelgeving | nl_NL |
dc.subject | Jurisprudentie | nl_NL |
dc.subject | Machtiging | nl_NL |
dc.subject | Geestelijke gezondheidszorg | nl_NL |
dc.subject | Dwangopname | nl_NL |
dc.subject | Risicotaxatie | nl_NL |
dc.subject | Psychisch gestoorde delinquenten | nl_NL |
dc.subject | Leeftijd | nl_NL |
dc.subject | Geslacht | nl_NL |
dc.subject | Daderkenmerk | nl_NL |
dc.subject | Dwangbehandeling | nl_NL |
dc.subject | Beschikking | nl_NL |
dc.subject | Vonnis | nl_NL |
dc.subject | Gewelddelict | nl_NL |
dc.subject | Psychische stoornis | nl_NL |
dc.subject | Voorwaardelijke veroordeling | nl_NL |
dc.subject | Plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis | nl_NL |
dc.subject | Besluitvorming | nl_NL |
dc.subject | Hoger beroep | nl_NL |
dc.subject | Ontoerekeningsvatbaarheid | nl_NL |
dc.subject | Motivering | nl_NL |
dc.subject | Tbs | nl_NL |
dc.title | Toepassing van artikel 2.3 Wet forensische zorg | nl_NL |
dc.title.alternative | Verkennend jurisprudentieonderzoek januari 2020 tot juli 2021 | nl_NL |
dc.type | Rapport | nl_NL |
dc.identifier.project | 3105f | nl_NL |
html.description.abstract | Het op 1 januari 2020 in werking getreden artikel 2.3 Wet forensische zorg (Wfz) geeft de strafrechter de bevoegdheid een civiele machtiging voor verplichte zorg af te geven. Adequate toeleiding vanuit de strafrechtketen naar zorg van personen die dit nodig hebben is het hoofddoel artikel 2.3 Wfz. Onderdeel daarvan is tevens het bevorderen van continuïteit van zorg aan betrokkenen. Het zogeheten schakelartikel 2.3 Wfz is gelijktijdig met de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd) van kracht geworden. Met de afgifte van een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging ex artikel 2.3 Wfz, machtigt de strafrechter een zorgaanbieder om verplichte zorg op basis van respec-tievelijke de Wvggz of Wzd aan de betrokkene te verlenen. Het artikel biedt de straf-rechter daartoe een brede basis. <P></P> Het doel van dit onderzoek is om een beeld te geven van de toepassing van artikel 2.3 Wfz door de strafrechter in de eerste anderhalf jaar na inwerkingtreding. Daartoe is de beschikbare jurisprudentie onderzocht.<P></P> De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe werd artikel 2.3 Wfz toegepast blijkens jurisprudentie?<BR> Voor het onderzoek zijn de volgende deelvragen geformuleerd: <OL><LI> Welke kenmerken zagen wij bij de betrokkenen voor wie een machtiging via artikel 2.3 Wfz werd overwogen en respectievelijk wel of niet werd afgegeven? <LI>Welke kenmerken zagen wij bij de zaken waarin een machtiging via artikel 2.3 Wfz werd overwogen en respectievelijk wel of niet werd afgegeven? <LI>Welke overwegingen van de strafrechter speelden een rol bij het besluit om wel of geen machtiging af te geven?</LI></OL><B>INHOUD</B><OL><LI>Inleiding<LI>Methoden<LI>De verzamelde artikel 2.3 Wfz-zaken<LI>Bij wie werd een zorgmachtiging via artikel 2.3 Wfz toegepast?<LI>Kenmerken artikel 2.3 Wfz-zorgmachtigingszaken<LI>Overwegingen strafrechter bij verlenen zorgmachtiging<LI>Overwegingen strafrechter bij niet-verlenen zorgmachtiging<LI>De zorgmachtiging bij verlengingszaken<LI>Rechterlijke machtiging via artikel 2.3 Wfz</LI></OL> | nl_NL |
html.description.abstract | Section 2.3 of the Forensic Care Act (Dutch: Wet forensische zorg or Wfz, hereafter called Section 2.3 Wfz) came into effect on January 1st 2020, one year after the other parts of the Wfz came into effect and simultaneously with the implementation of the Compulsory Mental Health Care Act (Dutch: Wet verplichte geestelijke gezondheids-zorg or Wvggz) and the Care and Compulsion Act (Dutch: Wet zorg en dwang or Wzd). The aim of section 2.3 Wfz is to improve the connection between the criminal justice system and the civil mental healthcare system, with the goal of improving the continuity of mental health care during and after patients’ trajectories within the criminal justice system.<P></P>The aim of this study is to provide an overview of the considerations and applications of section 2.3 Wfz in the first eighteen months after it came into effect. To this end, we have examined the available case law of section 2.3 Wfz. The main research question of this study is as follows: How was section 2.3 Wfz applied, based on the available case law? | en_GB |
dc.contributor.institution | WODC | nl_NL |
dc.source.city | Den Haag | nl_NL |
dc.title.english | Application of Section 2.3 of the Forensic Care Act; exploratory case law investigation January 2020 to July 2021 (full text only available in Dutch) | nl_NL |