Show simple item record

dc.contributor.authorLakerveld, J. van
dc.contributor.authorLindeboom, G.-J.
dc.coverage.spatialNederlandnl_NL
dc.date.accessioned2022-06-23T12:53:29Z
dc.date.available2022-06-23T12:53:29Z
dc.date.issued2022-06-23
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/20.500.12832/3182
dc.description.abstractIn recent years, an increasing number of so-called municipal enforcement officers is deployed in the public square in addition to the ‘regular’ police force. These officers are assigned a status of a special investigative officer and are authorised to enforce a variety of local and national legislation in the public domain. The last years have seen increasing concerns about personal safety in their work. One of the venues to respond to these concerns has been to explore an expansion of the possibilities of equipping these enforcement officers with a short baton. This requires changes to the formal request procedure, which the Ministry of Justice and Safety is considering to facilitate through a new and separate regulation for the arming and equipping of special investigating officers. In preparation for this possible future regulation, a pilot approach was chosen in which ten municipalities could request a short baton for their municipal enforcement officers in line with the intended future regulation. On behalf of the Ministry of Justice and Security's Scientific Research and Documentation Centre (WODC), an external evaluation was launched to review the outcomes of the pilot. To be able to investigate the experiences of introducing and working with the short baton during the year 2021, a process evaluation was chosen. This evaluation collected insights from four distinct levels; experiences at the system level, at the organisational level, level of incidents, and at the individual level. These insights offer together the pieces that allow responding to the main evaluation question: What can be learned from the results in the pilot in relation to the new to be developed separate regulation for the arming and equipping enforcement officers.
dc.description.abstractIn toenemende mate zijn naast de politie ook gemeentelijke handhavers zichtbaar in de openbare ruimte. Deze handhavers opereren als buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) en zijn bevoegd op te treden op een pakket van toezichts- en handhavingstaken. In de laatste jaren wordt daarbij in toenemende mate aandacht gevraagd voor de veiligheid van boa’s bij uitoefening van hun taken. Een van de aspecten die daarbij op de agenda staan betreft het verruimen van de mogelijkheden tot het aanvragen van een korte wapenstok. Hiertoe overweegt het Ministerie van Justitie en Veiligheid een nieuwe afzonderlijke regeling op te stellen voor de bewapening en uitrusting boa’s. In dit kader is gedurende 2021 aan tien gemeenten de mogelijkheid geboden om bij wijze van pilot boa’s uit te rusten volgens de uitgangspunten van de voorgenomen toekomstige regeling. Per gemeente is aan maximaal 20 boa’s toestemming verleend tot het dragen van de korte wapenstok. In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (WODC) is een evaluatie van deze pilot uitgevoerd. Hiervoor is gekozen voor een procesevaluatie om zo de ervaringen van de tien pilotgemeenten systematisch in kaart te brengen. Deze ervaringen zijn verzameld op vier verschillende niveaus: de ervaringen op het systeemniveau, op het niveau van boa-werkgevers, op dat van incidenten, en tot slot op het individueel niveau van boa’s. Op basis daarvan richtte de evaluatie zich op de beantwoording van de volgende hoofdvraag, waarvoor tevens meer specifieke deelvragen zijn geformuleerd (zie hiervoor de bespreking van onderzoeksresultaten): • Welke lering kan op grond van de resultaten van de pilot worden getrokken met betrekking tot de op te stellen afzonderlijke regeling bewapening en uitrusting boa’s? INHOUD: 1. Achtergrond, aanleiding voor het onderzoek 2. Onderzoeksopzet 3. Onderzoeksresultaten op systeemniveau 4. Onderzoeksresultaten op organisatieniveau 5. Onderzoeksresultaten van inzet van de wapenstok bij incidenten 6. Onderzoeksresultaten op individueel niveau 7. Conclusies
dc.publisherUniversiteit Leiden - Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie (PLATO)nl_NL
dc.relation.ispartofseriesWODC Rapport 3197nl_NL
dc.relation.urihttps://www.wodc.nl/actueel/nieuws/2022/06/23/na-proef-met-korte-wapenstok-lessen-voor-regeling-uitrusting-boasnl_NL
dc.subjectBuitengewone opsporingsambtenarennl_NL
dc.subjectEvaluatienl_NL
dc.subjectExperimentnl_NL
dc.subjectPolitieuitrustingnl_NL
dc.subjectGeweldgebruik door politienl_NL
dc.subjectPolitie/publieknl_NL
dc.subjectPreventienl_NL
dc.subjectSamenwerkingnl_NL
dc.subjectWapengebruik door politienl_NL
dc.subjectPolitiebevoegdheidnl_NL
dc.subjectBevoegdheid
dc.titleEvaluatie van de inzet en het gebruik van de korte wapenstok door buitengewone opsporingsambtenaren (boa's)nl_NL
dc.typeRapportnl_NL
dc.identifier.project3197nl_NL
html.description.abstractIn recent years, an increasing number of so-called municipal enforcement officers is deployed in the public square in addition to the ‘regular’ police force. These officers are assigned a status of a special investigative officer and are authorised to enforce a variety of local and national legislation in the public domain. The last years have seen increasing concerns about personal safety in their work. One of the venues to respond to these concerns has been to explore an expansion of the possibilities of equipping these enforcement officers with a short baton. This requires changes to the formal request procedure, which the Ministry of Justice and Safety is considering to facilitate through a new and separate regulation for the arming and equipping of special investigating officers. In preparation for this possible future regulation, a pilot approach was chosen in which ten municipalities could request a short baton for their municipal enforcement officers in line with the intended future regulation. On behalf of the Ministry of Justice and Security's Scientific Research and Documentation Centre (WODC), an external evaluation was launched to review the outcomes of the pilot. To be able to investigate the experiences of introducing and working with the short baton during the year 2021, a process evaluation was chosen. This evaluation collected insights from four distinct levels; experiences at the system level, at the organisational level, level of incidents, and at the individual level. These insights offer together the pieces that allow responding to the main evaluation question: What can be learned from the results in the pilot in relation to the new to be developed separate regulation for the arming and equipping enforcement officers.en_GB
html.description.abstractIn toenemende mate zijn naast de politie ook gemeentelijke handhavers zichtbaar in de openbare ruimte. Deze handhavers opereren als buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) en zijn bevoegd op te treden op een pakket van toezichts- en handhavingstaken. In de laatste jaren wordt daarbij in toenemende mate aandacht gevraagd voor de veiligheid van boa’s bij uitoefening van hun taken. Een van de aspecten die daarbij op de agenda staan betreft het verruimen van de mogelijkheden tot het aanvragen van een korte wapenstok. Hiertoe overweegt het Ministerie van Justitie en Veiligheid een nieuwe afzonderlijke regeling op te stellen voor de bewapening en uitrusting boa’s. In dit kader is gedurende 2021 aan tien gemeenten de mogelijkheid geboden om bij wijze van pilot boa’s uit te rusten volgens de uitgangspunten van de voorgenomen toekomstige regeling. Per gemeente is aan maximaal 20 boa’s toestemming verleend tot het dragen van de korte wapenstok. In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (WODC) is een evaluatie van deze pilot uitgevoerd. Hiervoor is gekozen voor een procesevaluatie om zo de ervaringen van de tien pilotgemeenten systematisch in kaart te brengen. Deze ervaringen zijn verzameld op vier verschillende niveaus: de ervaringen op het systeemniveau, op het niveau van boa-werkgevers, op dat van incidenten, en tot slot op het individueel niveau van boa’s. Op basis daarvan richtte de evaluatie zich op de beantwoording van de volgende hoofdvraag, waarvoor tevens meer specifieke deelvragen zijn geformuleerd (zie hiervoor de bespreking van onderzoeksresultaten): • Welke lering kan op grond van de resultaten van de pilot worden getrokken met betrekking tot de op te stellen afzonderlijke regeling bewapening en uitrusting boa’s? <P></P><b>INHOUD:</b> 1. Achtergrond, aanleiding voor het onderzoek 2. Onderzoeksopzet 3. Onderzoeksresultaten op systeemniveau 4. Onderzoeksresultaten op organisatieniveau 5. Onderzoeksresultaten van inzet van de wapenstok bij incidenten 6. Onderzoeksresultaten op individueel niveau 7. Conclusiesnl_NL
dc.contributor.institutionUniversiteit Leiden - Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie (PLATO)nl_NL
dc.contributor.institutionUniversiteit Leiden - Institute of Security and Global Affairs (ISGA)nl_NL
dc.contributor.institutionOckham IPSnl_NL
dc.contributor.institutionWODCnl_NL
dc.source.cityLeidennl_NL
dc.title.englishEvaluation of the Deployment and Use of the Short Baton by Special Investigation Officers (boa's) (full text only available in Dutch)nl_NL


Files in this item

Thumbnail
Name:
3197_evaluatie_inzet_wapenstok ...
Size:
2.664Mb
Format:
PDF
Description:
3197-volledige tekst
Thumbnail
Name:
3197_evaluatie_inzet_wapenstok ...
Size:
335.4Kb
Format:
PDF
Description:
3197-samenvatting
Thumbnail
Name:
3197_evaluatie_inzet_wapenstok ...
Size:
334.7Kb
Format:
PDF
Description:
3197-summary

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record