Beïnvloed geweld
dc.contributor.author | Kuppens, J. | |
dc.contributor.author | Brouwer, N. | |
dc.contributor.author | Ferwerda, H. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | nl_NL |
dc.date.accessioned | 2022-02-28T09:38:34Z | |
dc.date.available | 2022-02-28T09:38:34Z | |
dc.date.issued | 2022-01-02 | |
dc.identifier.citation | 978-94-92255-57-0 | nl_NL |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/3152 | |
dc.description.abstract | In 2017 the ‘Wet middelenonderzoek bij geweldplegers’ (Substance Research Act for Violent Offenders, WMG) was implemented. Investigating officers were qualified to test suspects of violent crimes for alcohol- and drug (ab)use. The minister of Security and Justice already promised to do a policy evaluation at the time. The research objective is described as: ‘the evaluation must provide insight in the efficacy and effectiveness of the WMG and contribute to countering committing violence while intoxicated. This evaluation might incentivize new initiatives for effectiveness’. The evaluation consists of a plan and process evaluation and, dependent on the insight from this, possibly an effect evaluation. | |
dc.description.abstract | Het onderzoeksdoel is als volgt omschreven: ‘de evaluatie moet inzicht bieden in de werking en effectiviteit van de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers (WMG) en daarmee bijdragen aan het tegengaan van het plegen van geweld onder invloed. Op basis van de evaluatie kunnen waar nodig initiatieven ter vergroting van de effectiviteit worden genomen’. De evaluatie bestaat minimaal uit een plan- en procesevaluatie en, afhankelijk van de inzichten hieruit, eventueel een effectevaluatie. Voor de planevaluatie is de volgende probleemstelling geformuleerd: ‘Wat heeft de wetgever met de WMG beoogd en op welke wijze wordt verondersteld dat dit doel/deze doelen kunnen worden bereikt?’. Voor de procesevaluatie is de volgende probleemstelling geformuleerd: ‘Hoe verloopt de uitvoering in de praktijk van de in het plan essentieel geachte onderdelen?’ Vervolgens zijn de volgende onderzoeksvragen voor de planevaluatie geformuleerd: 1. Wat heeft de wetgever met de WMG beoogd, zowel als hoofddoel en als eventuele onderliggende doelen? 2. Op welke wijze wordt verondersteld dat dit doel of deze doelen kunnen worden bereikt? 3. Welke mogelijke andere, waaronder mogelijk ‘tegendraadse’, effecten werden voorzien en zijn aangetroffen? 4. Op welke onderdelen en/of in welke mate moet ten minste in de praktijk aan het plan (zie onderzoeksvraag 2) zijn voldaan om doelbereiking in enige mate te kunnen veronderstellen? Voor de procesevaluatie zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 5. Hoe ziet de uitvoering in de praktijk eruit van de voor doelbereiking essentieel geachte onderdelen? 6. Is de uitvoering op essentieel geachte onderdelen in de praktijk voldoende in overeenstemming met het plan (zie vraag 4), zodat de beoogde effecten kunnen optreden? 7. Zijn er in de praktijk aanwijzingen voor het optreden van onvoorziene, zowel positieve als ‘tegendraadse’, effecten? INHOUD: 1. Inleiding, 2. De WMG-procedure, 3. Onderzoeksopzet, 4. De planevaluatie, 5. Procesevaluatie: WMG in cijfers, 6. Procesevaluatie: mening van de hOvJ's, 7. Procesevaluatie: casusanalyse en interviews, 8. Terugblik, onderzoeksvragen en conclusies. | |
dc.publisher | Bureau Beke | nl_NL |
dc.relation.ispartofseries | WODC Rapport 3170 | nl_NL |
dc.relation.uri | https://www.wodc.nl/actueel/nieuws/2022/02/28/extra-inspanningen-nodig-om-wmg-vaker-in-de-praktijk-te-brengen | nl_NL |
dc.subject | Alcoholgebruik | nl_NL |
dc.subject | Druggebruik | nl_NL |
dc.subject | Delinquenten | nl_NL |
dc.subject | Gewelddelict | nl_NL |
dc.subject | Huiselijk geweld | nl_NL |
dc.subject | Openlijke geweldpleging | nl_NL |
dc.subject | Openbare orde | nl_NL |
dc.subject | Preventiebeleid | nl_NL |
dc.subject | Strafwijziging | nl_NL |
dc.subject | Evaluatie van wetgeving | nl_NL |
dc.subject | Evaluatieonderzoek | nl_NL |
dc.subject | Drugverslaafde delinquenten | |
dc.subject | Drugtest | |
dc.subject | Bloedproef | |
dc.title | Beïnvloed geweld | nl_NL |
dc.title.alternative | Evaluatie Wet middelenonderzoek bij geweldplegers (WMG) | nl_NL |
dc.type | Rapport | nl_NL |
dc.identifier.project | 3170 | nl_NL |
html.description.abstract | In 2017 the ‘Wet middelenonderzoek bij geweldplegers’ (Substance Research Act for Violent Offenders, WMG) was implemented. Investigating officers were qualified to test suspects of violent crimes for alcohol- and drug (ab)use. The minister of Security and Justice already promised to do a policy evaluation at the time. The research objective is described as: ‘the evaluation must provide insight in the efficacy and effectiveness of the WMG and contribute to countering committing violence while intoxicated. This evaluation might incentivize new initiatives for effectiveness’. The evaluation consists of a plan and process evaluation and, dependent on the insight from this, possibly an effect evaluation. | en_GB |
html.description.abstract | Het onderzoeksdoel is als volgt omschreven: ‘de evaluatie moet inzicht bieden in de werking en effectiviteit van de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers (WMG) en daarmee bijdragen aan het tegengaan van het plegen van geweld onder invloed. Op basis van de evaluatie kunnen waar nodig initiatieven ter vergroting van de effectiviteit worden genomen’. De evaluatie bestaat minimaal uit een plan- en procesevaluatie en, afhankelijk van de inzichten hieruit, eventueel een effectevaluatie. Voor de planevaluatie is de volgende probleemstelling geformuleerd: ‘Wat heeft de wetgever met de WMG beoogd en op welke wijze wordt verondersteld dat dit doel/deze doelen kunnen worden bereikt?’. Voor de procesevaluatie is de volgende probleemstelling geformuleerd: ‘Hoe verloopt de uitvoering in de praktijk van de in het plan essentieel geachte onderdelen?’ Vervolgens zijn de volgende onderzoeksvragen voor de planevaluatie geformuleerd: 1. Wat heeft de wetgever met de WMG beoogd, zowel als hoofddoel en als eventuele onderliggende doelen? 2. Op welke wijze wordt verondersteld dat dit doel of deze doelen kunnen worden bereikt? 3. Welke mogelijke andere, waaronder mogelijk ‘tegendraadse’, effecten werden voorzien en zijn aangetroffen? 4. Op welke onderdelen en/of in welke mate moet ten minste in de praktijk aan het plan (zie onderzoeksvraag 2) zijn voldaan om doelbereiking in enige mate te kunnen veronderstellen? Voor de procesevaluatie zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 5. Hoe ziet de uitvoering in de praktijk eruit van de voor doelbereiking essentieel geachte onderdelen? 6. Is de uitvoering op essentieel geachte onderdelen in de praktijk voldoende in overeenstemming met het plan (zie vraag 4), zodat de beoogde effecten kunnen optreden? 7. Zijn er in de praktijk aanwijzingen voor het optreden van onvoorziene, zowel positieve als ‘tegendraadse’, effecten? <P></P><b>INHOUD:</b> 1. Inleiding, 2. De WMG-procedure, 3. Onderzoeksopzet, 4. De planevaluatie, 5. Procesevaluatie: WMG in cijfers, 6. Procesevaluatie: mening van de hOvJ's, 7. Procesevaluatie: casusanalyse en interviews, 8. Terugblik, onderzoeksvragen en conclusies. | nl_NL |
dc.contributor.institution | Bureau Beke | nl_NL |
dc.contributor.institution | WODC | nl_NL |
dc.source.city | Arnhem | nl_NL |
dc.title.english | Influenced violence - Evaluation of the Substance Research Act for Violent Offenders, WMG (full text only available in Dutch) | nl_NL |