Recidive tijdens en na reclasseringstoezicht
dc.contributor.author | Verweij, S. | |
dc.contributor.author | Weijters, G. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | nl_NL |
dc.date.accessioned | 2021-02-16T11:09:17Z | |
dc.date.available | 2021-02-16T11:09:17Z | |
dc.date.issued | 2020-12-31 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/3030 | |
dc.description.abstract | During supervision, offenders must comply with conditions as part of (conditional) criminal justice interventions or sanctions (e.g., conditional suspension of pre-trial detention, conditional dismissal, suspended sentences, or parole). In the Netherlands, three Parole and Probation Service organizations (abbreviated as 3RO) are responsible for supervising adult offenders, meaning they both monitor offenders and aid them in their rehabilitation and reintegration. In the current study, we examined recidivism both during and after supervision, with recidivism being ‘a subsequent offense leading to criminal prosecution’. Furthermore, we paid particular attention to specific characteristics of supervision and its correlation with recidivism during and after probation. These characteristics include intensity, length, special conditions, and imposed participation of interventions and community service. The following research questions were answered: 1. What are the characteristics of supervision starting in 2013? 2. To what extent do supervised offenders recidivate during and after probation? a. To what extent does general or very serious crime occur during and after the period of supervision? b. What types of crime are committed during and after supervision? c. How does the risk of general or very serious crime develop during and after supervision? d. Does the risk of general or very serious crime after supervision increase when such crimes also took place during supervision? 3. To what extent do characteristics of supervision correlate with the occurrence of general recidivism during and after supervision? | |
dc.description.abstract | In het huidige onderzoek is nagegaan in hoeverre gerecidiveerd wordt tijdens het toezicht en hoe zich dat verhoudt tot de recidive na het toezicht. Recidive wordt in het huidige onderzoek geoperationaliseerd als ‘een delict dat leidt tot een nieuwe strafzaak behandeld door het Openbaar Ministerie (OM) of door de rechter’. Voorts is er in vergelijking met de standaard recidivemeting meer aandacht besteed aan de samenhang van recidive tijdens en na het toezicht met verschillende uitvoerings-kenmerken van het toezicht. De volgende uitvoeringskenmerken zijn in het onder-zoek betrokken: het niveau van toezicht (intensiteit), de duur van het toezicht, de opgelegde bijzondere voorwaarden naast de meldplicht, het deelnemen aan een gedragsinterventie of het uitvoeren van een werkstraf gelijktijdig met het toezicht. In het huidige onderzoek zijn onderstaande onderzoeksvragen beantwoord: 1 Wat zijn de kenmerken van het toezicht van reclassenten waarvan het toezicht in 2013 is gestart? 2 In hoeverre wordt er gerecidiveerd tijdens en na de periode van toezicht? a. In welke mate is er sprake van algemene en zeer ernstige recidive tijdens en na de periode van toezicht? b. Van welk soort delicten is sprake tijdens en na de periode van toezicht? c. Hoe ontwikkelt de kans op algemene of zeer ernstige recidive tijdens en na het toezicht zich over de tijd? d. Is er een grotere kans op algemene of zeer ernstige recidive na het toezicht als er ook sprake was van algemene of zeer ernstige recidive tijdens het toezicht? 3 Welke uitvoeringskenmerken van het toezicht hangen samen met recidive tijdens en na toezicht? | |
dc.publisher | WODC | nl_NL |
dc.relation.ispartofseries | Cahiers 2020-20 | nl_NL |
dc.relation.uri | https://www.wodc.nl/actueel/nieuws/2021/02/16/recidiverisico-tijdens-reclasseringstoezicht-hoger-dan-daarna | |
dc.subject | Recidive | nl_NL |
dc.subject | Reclasseringstoezicht | nl_NL |
dc.subject | Gedragsinterventie | nl_NL |
dc.subject | Ex-gedetineerden | nl_NL |
dc.subject | Reclassenten | nl_NL |
dc.subject | Risicotaxatie | nl_NL |
dc.subject | Voorspelling | nl_NL |
dc.subject | Delinquenten | nl_NL |
dc.subject | Werkstraf | nl_NL |
dc.subject | Intensief reclasseringstoezicht | nl_NL |
dc.subject | Stelselmatige delinquenten | nl_NL |
dc.title | Recidive tijdens en na reclasseringstoezicht | nl_NL |
dc.title.alternative | Een onderzoek naar de uitvoering van reclasseringstoezicht en de samenhang met recidive | nl_NL |
dc.type | Rapport | nl_NL |
dc.identifier.project | 3078 | nl_NL |
html.description.abstract | During supervision, offenders must comply with conditions as part of (conditional) criminal justice interventions or sanctions (e.g., conditional suspension of pre-trial detention, conditional dismissal, suspended sentences, or parole). In the Netherlands, three Parole and Probation Service organizations (abbreviated as 3RO) are responsible for supervising adult offenders, meaning they both monitor offenders and aid them in their rehabilitation and reintegration. In the current study, we examined recidivism both during and after supervision, with recidivism being ‘a subsequent offense leading to criminal prosecution’. Furthermore, we paid particular attention to specific characteristics of supervision and its correlation with recidivism during and after probation. These characteristics include intensity, length, special conditions, and imposed participation of interventions and community service. The following research questions were answered: 1. What are the characteristics of supervision starting in 2013? 2. To what extent do supervised offenders recidivate during and after probation? a. To what extent does general or very serious crime occur during and after the period of supervision? b. What types of crime are committed during and after supervision? c. How does the risk of general or very serious crime develop during and after supervision? d. Does the risk of general or very serious crime after supervision increase when such crimes also took place during supervision? 3. To what extent do characteristics of supervision correlate with the occurrence of general recidivism during and after supervision? | en_GB |
html.description.abstract | In het huidige onderzoek is nagegaan in hoeverre gerecidiveerd wordt tijdens het toezicht en hoe zich dat verhoudt tot de recidive na het toezicht. Recidive wordt in het huidige onderzoek geoperationaliseerd als ‘een delict dat leidt tot een nieuwe strafzaak behandeld door het Openbaar Ministerie (OM) of door de rechter’. Voorts is er in vergelijking met de standaard recidivemeting meer aandacht besteed aan de samenhang van recidive tijdens en na het toezicht met verschillende uitvoerings-kenmerken van het toezicht. De volgende uitvoeringskenmerken zijn in het onder-zoek betrokken: het niveau van toezicht (intensiteit), de duur van het toezicht, de opgelegde bijzondere voorwaarden naast de meldplicht, het deelnemen aan een gedragsinterventie of het uitvoeren van een werkstraf gelijktijdig met het toezicht.<P></P> In het huidige onderzoek zijn onderstaande onderzoeksvragen beantwoord: 1 Wat zijn de kenmerken van het toezicht van reclassenten waarvan het toezicht in 2013 is gestart? 2 In hoeverre wordt er gerecidiveerd tijdens en na de periode van toezicht? a. In welke mate is er sprake van algemene en zeer ernstige recidive tijdens en na de periode van toezicht? b. Van welk soort delicten is sprake tijdens en na de periode van toezicht? c. Hoe ontwikkelt de kans op algemene of zeer ernstige recidive tijdens en na het toezicht zich over de tijd? d. Is er een grotere kans op algemene of zeer ernstige recidive na het toezicht als er ook sprake was van algemene of zeer ernstige recidive tijdens het toezicht? 3 Welke uitvoeringskenmerken van het toezicht hangen samen met recidive tijdens en na toezicht? | nl_NL |
dc.contributor.institution | WODC | nl_NL |
dc.source.city | Den Haag | nl_NL |
dc.title.english | Recidivism during and after supervision by the Probation and Parole Service (full text only available in Dutch) | nl_NL |