Rapportage over het (verkennend) rechtsvergelijkend onderzoek inzake kleine rechtshulp aan/door derdenlanden
dc.contributor.author | Breur, C. | |
dc.contributor.author | Hallers, M. | |
dc.contributor.author | Nijboer, J.F. | |
dc.contributor.author | Westen-Baptist, E.I.M.T. van der | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:14:50Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:14:50Z | |
dc.date.issued | 2000 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/2546 | |
dc.description.abstract | Naar aanleiding van de vraag op welke wijze Nederland strafrechtelijke samenwerking met landen waar (het risico bestaat dat) fundamentele mensenrechten geschonden worden, vorm dient te geven, vooral in geval van foltering en toepassing van de doodstraf aldaar, is dit onderzoek verricht. Door middel van een rechtsvergelijkende studie wordt getracht inzicht te geven in de vraag op welke wijze landen zoals Duitsland, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk (Engeland en Wales) en Zweden omgaan met deze problematiek. Daarbij staat de kleine rechtshulp centraal: bewijsgaringshandelingen die nationale autoriteiten vragen of verlenen aan buitenlandse autoriteiten ten behoeve van een strafzaak in het verzoekende land.Alle onderzochte landen kennen derdelanden waaraan in verband met mensenrechtenschendingen geen rechtshulp wordt verleend/gevraagd. Daarnaast kunnen die omstandigheden aanleiding zijn om specifieke voorwaarden aan rechtshulpverlening te verbinden. Als besloten wordt om geen rechtshulp te verlenen, vindt soms wel politiesamenwerking (informatie-uitwisseling) plaats met deze landen. In Zwitserland bestaat in rechtspraak en literatuur de meeste aandacht voor de onderhavige problematiek. Het land kent een beroepsgang voor degenen die door een rechtshulpverzoek in hun belangen geraakt kunnen worden. Zwitserland gaat verhoudingsgewijs het verst in het stellen van voorwaarden aan derdelanden bij het vragen/verlenen van kleine rechtshulp. Verder maken de landen onderscheid tussen (informele) politiesamenwerking en kleine rechtshulp. Ook maken zij scherper dan in Nederland verschil tussen politiële informatie en bewijsmateriaal. | |
dc.publisher | Universiteit leiden - Seminarium voor Bewijsrecht | |
dc.relation.ispartofseries | WODC Rapport 99.017 | |
dc.subject | Engeland | |
dc.subject | Zweden | |
dc.subject | Zwitserland | |
dc.subject | Duitsland | |
dc.subject | Mensenrechten | |
dc.subject | Kleine rechtshulp | |
dc.subject | Europese politiele samenwerking | |
dc.subject | Rechtsvergelijking | |
dc.title | Rapportage over het (verkennend) rechtsvergelijkend onderzoek inzake kleine rechtshulp aan/door derdenlanden | |
dc.title.alternative | Schone handen in de rechtshulp? | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | 99.017 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:14:50Z | |
html.description.abstract | Naar aanleiding van de vraag op welke wijze Nederland strafrechtelijke samenwerking met landen waar (het risico bestaat dat) fundamentele mensenrechten geschonden worden, vorm dient te geven, vooral in geval van foltering en toepassing van de doodstraf aldaar, is dit onderzoek verricht. Door middel van een rechtsvergelijkende studie wordt getracht inzicht te geven in de vraag op welke wijze landen zoals Duitsland, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk (Engeland en Wales) en Zweden omgaan met deze problematiek. Daarbij staat de kleine rechtshulp centraal: bewijsgaringshandelingen die nationale autoriteiten vragen of verlenen aan buitenlandse autoriteiten ten behoeve van een strafzaak in het verzoekende land.Alle onderzochte landen kennen derdelanden waaraan in verband met mensenrechtenschendingen geen rechtshulp wordt verleend/gevraagd. Daarnaast kunnen die omstandigheden aanleiding zijn om specifieke voorwaarden aan rechtshulpverlening te verbinden. Als besloten wordt om geen rechtshulp te verlenen, vindt soms wel politiesamenwerking (informatie-uitwisseling) plaats met deze landen. In Zwitserland bestaat in rechtspraak en literatuur de meeste aandacht voor de onderhavige problematiek. Het land kent een beroepsgang voor degenen die door een rechtshulpverzoek in hun belangen geraakt kunnen worden. Zwitserland gaat verhoudingsgewijs het verst in het stellen van voorwaarden aan derdelanden bij het vragen/verlenen van kleine rechtshulp. Verder maken de landen onderscheid tussen (informele) politiesamenwerking en kleine rechtshulp. Ook maken zij scherper dan in Nederland verschil tussen politiële informatie en bewijsmateriaal. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:393eca2c-cdda-4c2c-82f2-32572c5cecb0 | |
dc.contributor.institution | Seminarium voor Bewijsrecht - Universiteit Leiden | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Leiden |