Show simple item record

dc.contributor.authorSavornin Lohman, J. de
dc.contributor.authorBeijers, W.M.E.H.
dc.contributor.authorGoderie, M.J.H.
dc.contributor.authorNieborg, S.M.A.
dc.contributor.authorRijkschroeff, R.A.L.
dc.contributor.authorLankhorst, F. (medew.)
dc.contributor.authorMeij, C.F.M. van der (medew.)
dc.contributor.authorRossum, P. van (medew.)
dc.contributor.authorSmit, L.H.R. (medew.)
dc.coverage.spatialNederland
dc.date.accessioned2021-01-22T13:14:47Z
dc.date.available2021-01-22T13:14:47Z
dc.date.issued1999
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/20.500.12832/2524
dc.description.abstractIn dit rapport wordt verslag gedaan van de evaluatie van het wetsartikel 240b van het Wetboek van Srafrecht, betreffende kinderpornografie. De wetsevaluatie richtte zich op drie dimensies: de beoogde effecten van de wetswijziging, de hanteerbaarheidvan de thans geldende wettekst van artikele 240b Sr, de reikwijdte van de wetsbepaling. Het blijkt dat het nieuwe artikel inderdaad tot een effectievere bestrijding van kinderpornografie heeft geleid. Ook de hanteerbaarheid en de reikwijdte werden, op enkele punten na, voldoende geacht. Vooral de problematiek omtrent de kinderpornografie op het Internet behoeft speciale aandacht. Daarentegen kon een ontmoedigende werking niet worden aangetoond. De Aanwijzing van het College van procureurs-generaal is een verbetering van de eerdere Handleiding, maar behoeft op een aantal onderdelen nadere verduidelijking. De communicatie met de politie verdient verbetering. Er worden enkele aanbevelingen gedaan, waaronder een meer uniforme bovenregionale aanpak van kinderpornografie door de politie.
dc.publisherVerwey-Jonker Instituut
dc.relation.ispartofseriesWODC Rapport 98.104
dc.subjectWet- en regelgeving
dc.subjectSeksualiteit
dc.subjectAanwijzing
dc.subjectJurisprudentie
dc.subjectStrafvervolging
dc.subjectInternet
dc.subjectKinderpornografie
dc.subjectEvaluatie van wetgeving
dc.subjectStrafbaarheid
dc.titleWetgeving gewogen
dc.title.alternativeEvaluatie van wet- en regelgeving inzake kinderpornografie
dc.typerapport
dc.identifier.project98.104
refterms.dateFOA2021-01-22T13:14:47Z
html.description.abstractIn dit rapport wordt verslag gedaan van de evaluatie van het wetsartikel 240b van het Wetboek van Srafrecht, betreffende kinderpornografie. De wetsevaluatie richtte zich op drie dimensies: de beoogde effecten van de wetswijziging, de hanteerbaarheidvan de thans geldende wettekst van artikele 240b Sr, de reikwijdte van de wetsbepaling. Het blijkt dat het nieuwe artikel inderdaad tot een effectievere bestrijding van kinderpornografie heeft geleid. Ook de hanteerbaarheid en de reikwijdte werden, op enkele punten na, voldoende geacht. Vooral de problematiek omtrent de kinderpornografie op het Internet behoeft speciale aandacht. Daarentegen kon een ontmoedigende werking niet worden aangetoond. De Aanwijzing van het College van procureurs-generaal is een verbetering van de eerdere Handleiding, maar behoeft op een aantal onderdelen nadere verduidelijking. De communicatie met de politie verdient verbetering. Er worden enkele aanbevelingen gedaan, waaronder een meer uniforme bovenregionale aanpak van kinderpornografie door de politie.nl_NL
dc.identifier.tuduuid:9bec7c07-6e40-4f08-ba0f-6ada51f2c24b
dc.contributor.institutionVerwey-Jonker Instituut
dc.contributor.institutionWODC
dc.source.cityUtrecht


Files in this item

Thumbnail
Name:
98.104-volledige-tekst_tcm28-7 ...
Size:
1.381Mb
Format:
PDF

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record