Mogelijkheden voor identificatie op internet op basis van IP-adres
dc.contributor.author | Vorst, T. van der | |
dc.contributor.author | Steur, J. | |
dc.contributor.author | Jelicic, N. | |
dc.contributor.author | Rees, J. van | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:14:03Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:14:03Z | |
dc.date.issued | 2019 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/2447 | |
dc.description.abstract | In light of proposed legislation introducing a limited retention obligation on telecommunications data for detection and prosecution purposes, we examined whether it is technically feasible to identify individual users based on a public IP address. The question addressed in this study is: How do (mobile) internet providers identify an individual user of a public IP address, up until 12 months after use, for investigation and prosecution purposes, and what are the relevant (social) considerations? We define social considerations as: (1) usability for investigation and prosecution, (2) citizens’ privacy, and (3) the costs for internet providers. To address this research question, we reviewed the literature and held interviews with (mobile) internet providers, the police, and other stakeholders/experts. The findings enabled us to formulate strategy options. | |
dc.description.abstract | In het kader van de voorgenomen wetgeving omtrent de introductie van een beperkte bewaarplicht van telecommunicatiegegevens voor opsporing en vervolging is onderzocht hoe identificatie van individuele gebruikers op basis van een publiek IP-adres technisch te realiseren is. De vraagstelling van het onderzoek luidde: Hoe kunnen (mobiele) internetaanbieders, tot twaalf maanden na het gebruik, een individuele gebruiker van een publiek IP-adres identificeren, ten behoeve van opsporing en vervolging, en wat zijn relevante (maatschappelijke) afwegingen daarbij? Wanneer het gaat om relevante maatschappelijke afwegingen onderscheiden we (1) bruikbaarheid voor opsporing en vervolging, (2) privacy van burgers, en (3) kosten voor de internetaanbieders. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag zijn literatuuronderzoek en interviews (met mobiele internetaanbieders, politie, andere stakeholders/experts) ingezet. Op basis van de bevindingen zijn beleidsopties geformuleerd. INHOUD: 1. Inleiding 2. Probleemanalyse 3. Mogelijkheden voor verbetering 4. Internationale vergelijking 5. Conclusies | |
dc.publisher | Dialogic | |
dc.relation.ispartofseries | WODC Rapport 3006 | |
dc.relation.uri | https://www.wodc.nl/actueel/nieuws/2019/11/12/identificatie-van-individuele-gebruikers-van-ip-adressen | |
dc.subject | Wet- en regelgeving | |
dc.subject | Persoonlijke levenssfeer | |
dc.subject | Gegevensbeheer | |
dc.subject | Eu-richtlijn | |
dc.subject | Databestand | |
dc.subject | Politiele opsporing | |
dc.subject | Identificatie | |
dc.subject | Digitale opsporing | |
dc.subject | Bewaarplicht | |
dc.subject | Kosten | |
dc.subject | Telecommunicatie | |
dc.subject | Internet | |
dc.title | Mogelijkheden voor identificatie op internet op basis van IP-adres | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | 3006 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:14:03Z | |
html.description.abstract | In light of proposed legislation introducing a limited retention obligation on telecommunications data for detection and prosecution purposes, we examined whether it is technically feasible to identify individual users based on a public IP address. The question addressed in this study is: How do (mobile) internet providers identify an individual user of a public IP address, up until 12 months after use, for investigation and prosecution purposes, and what are the relevant (social) considerations? We define social considerations as: (1) usability for investigation and prosecution, (2) citizens’ privacy, and (3) the costs for internet providers. To address this research question, we reviewed the literature and held interviews with (mobile) internet providers, the police, and other stakeholders/experts. The findings enabled us to formulate strategy options. | en_GB |
html.description.abstract | In het kader van de voorgenomen wetgeving omtrent de introductie van een beperkte bewaarplicht van telecommunicatiegegevens voor opsporing en vervolging is onderzocht hoe identificatie van individuele gebruikers op basis van een publiek IP-adres technisch te realiseren is. De vraagstelling van het onderzoek luidde: Hoe kunnen (mobiele) internetaanbieders, tot twaalf maanden na het gebruik, een individuele gebruiker van een publiek IP-adres identificeren, ten behoeve van opsporing en vervolging, en wat zijn relevante (maatschappelijke) afwegingen daarbij? Wanneer het gaat om relevante maatschappelijke afwegingen onderscheiden we (1) bruikbaarheid voor opsporing en vervolging, (2) privacy van burgers, en (3) kosten voor de internetaanbieders. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag zijn literatuuronderzoek en interviews (met mobiele internetaanbieders, politie, andere stakeholders/experts) ingezet. Op basis van de bevindingen zijn beleidsopties geformuleerd. <P></P><b>INHOUD:</b> 1. Inleiding 2. Probleemanalyse 3. Mogelijkheden voor verbetering 4. Internationale vergelijking 5. Conclusies | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:02ca6970-56dd-425d-b548-af54780fcdda | |
dc.contributor.institution | Dialogic Innovatie en Interactie | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Utrecht |