Omgang tussen grootouders en kleinkinderen
dc.contributor.author | Jonker, M. | |
dc.contributor.author | Sarti, A. | |
dc.contributor.author | Jeppesen-de Boer, C. | |
dc.contributor.author | Lünnemann, K. | |
dc.contributor.author | Drost, L. (medew.) | |
dc.contributor.author | Koster, N. (medew.) | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:14:02Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:14:02Z | |
dc.date.issued | 2020 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/2438 | |
dc.description.abstract | In recent years the position of grandparents is attracting more attention in the Netherlands. Several factors have strengthened the relationship between grandparents and their grandchildren. Women work more changing the social role of grandparents because they mind their grandchildren more. In addition, grandparents have more possibilities to take care of their grandchildren, since their health is generally better and, nowadays, families are smaller as well. At the same time more attention is paid to situations in which grandparents no longer (are allowed to) see their grandchildren. When they are unsuccessful in restoring contact with their (grand)children they can request a contact arrangement in court. To be awarded contact, they have to prove their close relationship with their grandchildren. In this study is looked at the ways in which present and future (legal) instruments may contribute to a contact arrangement between grandchildren and grandparents that will benefit the child involved. What are the causes of the absence of contact between grandparents and their (grand)children? Which legal and non-legal means are there to re-establish this contact or to initiate a contact arrangement? What may contribute to improved contact which serves the child’s interest? Furthermore a study is carried out on case law and comparative law in Belgium, England & Wales and Norway, in order to deal with not only Dutch law, but also to learn from across the borders as well. | |
dc.description.abstract | De aandacht voor de positie van grootouders in het huidige regeerakkoord in het kader van het landelijk beleid ten aanzien van het voorkomen van ‘vechtscheidingen’ hangt samen met de initiatiefnota ‘Opgroeien met opa en oma’, waarin wordt gepleit voor een wettelijk omgangsrecht voor grootouders met hun (klein)kinderen (Tweede Kamerstukken, Vergaderjaar 2017-2018, 33836, nr. 24 en Vergaderjaar 2015-2016, 34168, nr. 4). Ook zouden grootouders recht moeten krijgen op een informatieregeling. Bij echtscheiding van de ouders van het kleinkind zouden af_spraken over een omgangsregeling met de grootouders in het ouderschapsplan kunnen worden vastgelegd. Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag of een uitbreiding van de procespositie van grootouders wen_selijk is en in het belang van de kleinkinderen. Door nader inzicht te bieden in welke gevallen, op welke wijze en met welke mogelijke (neven)effecten (bestaande en aanvullende) juridische en niet-juridische instrumenten kunnen bijdragen aan een verbeterde omgang tussen grootouders en (minderjarige) kleinkinderen. Het verkent onder welke omstandig_heden grootouders via de rechter omgang trachten af te dwingen en hoe vaak dit voorkomt. Tevens wordt nagegaan hoe het recht van grootouders op contact/om_gang met/of informatie over hun klein_kinderen wettelijk is geregeld in België, Duits_land en Frankrijk. | |
dc.publisher | Verwey-Jonker Instituut | |
dc.relation.ispartofseries | WODC Rapport 2991 | |
dc.relation.uri | ||
dc.subject | Belgie | |
dc.subject | Noorwegen | |
dc.subject | Engeland | |
dc.subject | Rechtsvergelijking | |
dc.subject | Omgangsregeling | |
dc.subject | Belang van het kind | |
dc.subject | Rechtspositie | |
dc.subject | Grootouders | |
dc.title | Omgang tussen grootouders en kleinkinderen | |
dc.title.alternative | Een sociaalwetenschappelijke en rechtsvergelijkende studie | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | 2991 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:14:02Z | |
html.description.abstract | In recent years the position of grandparents is attracting more attention in the Netherlands. Several factors have strengthened the relationship between grandparents and their grandchildren. Women work more changing the social role of grandparents because they mind their grandchildren more. In addition, grandparents have more possibilities to take care of their grandchildren, since their health is generally better and, nowadays, families are smaller as well. At the same time more attention is paid to situations in which grandparents no longer (are allowed to) see their grandchildren. When they are unsuccessful in restoring contact with their (grand)children they can request a contact arrangement in court. To be awarded contact, they have to prove their close relationship with their grandchildren. In this study is looked at the ways in which present and future (legal) instruments may contribute to a contact arrangement between grandchildren and grandparents that will benefit the child involved. What are the causes of the absence of contact between grandparents and their (grand)children? Which legal and non-legal means are there to re-establish this contact or to initiate a contact arrangement? What may contribute to improved contact which serves the child’s interest? Furthermore a study is carried out on case law and comparative law in Belgium, England & Wales and Norway, in order to deal with not only Dutch law, but also to learn from across the borders as well. | en_GB |
html.description.abstract | De aandacht voor de positie van grootouders in het huidige regeerakkoord in het kader van het landelijk beleid ten aanzien van het voorkomen van ‘vechtscheidingen’ hangt samen met de initiatiefnota ‘Opgroeien met opa en oma’, waarin wordt gepleit voor een wettelijk omgangsrecht voor grootouders met hun (klein)kinderen (Tweede Kamerstukken, Vergaderjaar 2017-2018, 33836, nr. 24 en Vergaderjaar 2015-2016, 34168, nr. 4). Ook zouden grootouders recht moeten krijgen op een informatieregeling. Bij echtscheiding van de ouders van het kleinkind zouden af_spraken over een omgangsregeling met de grootouders in het ouderschapsplan kunnen worden vastgelegd. Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag of een uitbreiding van de procespositie van grootouders wen_selijk is en in het belang van de kleinkinderen. Door nader inzicht te bieden in welke gevallen, op welke wijze en met welke mogelijke (neven)effecten (bestaande en aanvullende) juridische en niet-juridische instrumenten kunnen bijdragen aan een verbeterde omgang tussen grootouders en (minderjarige) kleinkinderen. Het verkent onder welke omstandig_heden grootouders via de rechter omgang trachten af te dwingen en hoe vaak dit voorkomt. Tevens wordt nagegaan hoe het recht van grootouders op contact/om_gang met/of informatie over hun klein_kinderen wettelijk is geregeld in België, Duits_land en Frankrijk. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:e99caba7-38ab-4537-b9ee-dc13eba36f6e | |
dc.contributor.institution | Verwey-Jonker Instituut | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Utrecht |