Blazen bij geweld
dc.contributor.author | Abraham, M. | |
dc.contributor.author | Nauta, O. | |
dc.contributor.author | Roorda, W. | |
dc.contributor.author | Bloeme, R. (medew.) | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:13:46Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:13:46Z | |
dc.date.issued | 2017 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/2330 | |
dc.description.abstract | On 1 January 2017 the Violent Offenders Alcohol and Drug Testing Act (VOADTA) came into effect. This provides a legal basis for the deployment of substance tests for violent offenders and the use of the results of these in prosecution. Alcohol and drug use can be a reason for the imposition of special conditions, such as an alcohol ban, location ban and behavioural interventions focused on reducing alcohol and drug use. In addition, alcohol and drug use may count as an aggravating factor. The law gives investigating officers the statutory authority to order somebody suspected of having committed a violent offence to collaborate in an investigation into the possible use of alcohol or drugs. This so-called drug test is to ascertain whether or not a suspect has committed a violent offence while under the influence of alcohol or drugs. Although the act formally comes into effect on 1 January 2017, the VOADTA will be rolled out in phases. As of 1 January 2017 the VOADTA will be tested in three areas. The reason for not applying this new method everywhere at the same time was the consideration that the method might result in various queries with regard to implementation. In order not to burden the entire police organisation with these queries, the new method has been launched in just some teams, and alcohol alone is tested for in the start-up areas. In order to promote the national roll-out, the Ministry of Security and Justice requested a process evaluation of the initial experiences in these start-up areas. | |
dc.description.abstract | Op 1 januari 2017 is de Wet middelentesten bij geweldplegers in werking getreden. Deze wet geeft de politie de bevoegdheid om een alcohol- en/of drugstest af te nemen bij een aanwijzing voor geweldpleging onder invloed. Deze test bestaat uit een voorlopig onderzoek en een vervolgonderzoek. Het voorlopig onderzoek kan bestaan uit een ademtest en/of een speekseltest en/of een psychomotorische test ter vaststelling van het gebruik van alcohol en/of ter vaststelling van gebruik van drugs - met in geval van twijfel een aanvullend onderzoek naar de psychomotorische functies en de oog- en spraakfuncties ter controle of correctie van de resultaten van de speekseltest. Als de voorlopige middelentesten de aanwijzing van middelengebruik bevestigen kan vervolgonderzoek van adem door de politie of bloed door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) volgen. Daar wordt nauwkeurig vastgesteld of er daadwerkelijk sprake is van middelengebruik en in welke mate dat het geval is. Deze evaluatie heeft tot doel inzicht te krijgen in hoeverre de WMG in de startgebieden door de verschillende partijen wordt uitgevoerd volgens de landelijke werkwijze en wat de redenen zijn daar in eventuele gevallen van af te wijken. Tot de betrokken partijen worden gerekend: de politie, de reclassering, het Openbaar Ministerie (OM) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Daarmee dient de evaluatie inzicht te geven op welke punten verbetering noodzakelijk is. INHOUD: 1. Inleiding 2. Formeel kader WMG 3. Landelijke procedure WMG 4. Politie-ervaringen met de WMG 5. OM-ervaringen met de WMG 6. Reclassering-ervaringen met de WMG 7. NFI-ervaringen met de WMG 8. Samenwerking 9. Eerste resultaten 10. Aandachtspunten voor landelijke uitrol 11. Conclusies | |
dc.publisher | DSP-groep | |
dc.relation.ispartofseries | WODC Rapport 2804 | |
dc.subject | Gewelddelict | |
dc.subject | Ademanalyse | |
dc.subject | Bloedproef | |
dc.subject | Alcoholcontrole | |
dc.subject | Drugtest | |
dc.subject | Druggebruik | |
dc.subject | Alcoholgebruik | |
dc.subject | Delinquenten | |
dc.subject | Voorlichting | |
dc.subject | Politie | |
dc.subject | Openbaar ministerie | |
dc.subject | Reclassering | |
dc.subject | Nederlands forensisch instituut | |
dc.subject | Evaluatieonderzoek | |
dc.subject | Wet- en regelgeving | |
dc.title | Blazen bij geweld | |
dc.title.alternative | Procesevaluatie Wet middelenonderzoek bij geweldplegers in startgebieden | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | 2804 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:13:46Z | |
html.description.abstract | On 1 January 2017 the Violent Offenders Alcohol and Drug Testing Act (VOADTA) came into effect. This provides a legal basis for the deployment of substance tests for violent offenders and the use of the results of these in prosecution. Alcohol and drug use can be a reason for the imposition of special conditions, such as an alcohol ban, location ban and behavioural interventions focused on reducing alcohol and drug use. In addition, alcohol and drug use may count as an aggravating factor. The law gives investigating officers the statutory authority to order somebody suspected of having committed a violent offence to collaborate in an investigation into the possible use of alcohol or drugs. This so-called drug test is to ascertain whether or not a suspect has committed a violent offence while under the influence of alcohol or drugs. Although the act formally comes into effect on 1 January 2017, the VOADTA will be rolled out in phases. As of 1 January 2017 the VOADTA will be tested in three areas. The reason for not applying this new method everywhere at the same time was the consideration that the method might result in various queries with regard to implementation. In order not to burden the entire police organisation with these queries, the new method has been launched in just some teams, and alcohol alone is tested for in the start-up areas. In order to promote the national roll-out, the Ministry of Security and Justice requested a process evaluation of the initial experiences in these start-up areas. | en_GB |
html.description.abstract | Op 1 januari 2017 is de Wet middelentesten bij geweldplegers in werking getreden. Deze wet geeft de politie de bevoegdheid om een alcohol- en/of drugstest af te nemen bij een aanwijzing voor geweldpleging onder invloed. Deze test bestaat uit een voorlopig onderzoek en een vervolgonderzoek. Het voorlopig onderzoek kan bestaan uit een ademtest en/of een speekseltest en/of een psychomotorische test ter vaststelling van het gebruik van alcohol en/of ter vaststelling van gebruik van drugs - met in geval van twijfel een aanvullend onderzoek naar de psychomotorische functies en de oog- en spraakfuncties ter controle of correctie van de resultaten van de speekseltest. Als de voorlopige middelentesten de aanwijzing van middelengebruik bevestigen kan vervolgonderzoek van adem door de politie of bloed door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) volgen. Daar wordt nauwkeurig vastgesteld of er daadwerkelijk sprake is van middelengebruik en in welke mate dat het geval is. Deze evaluatie heeft tot doel inzicht te krijgen in hoeverre de WMG in de startgebieden door de verschillende partijen wordt uitgevoerd volgens de landelijke werkwijze en wat de redenen zijn daar in eventuele gevallen van af te wijken. Tot de betrokken partijen worden gerekend: de politie, de reclassering, het Openbaar Ministerie (OM) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Daarmee dient de evaluatie inzicht te geven op welke punten verbetering noodzakelijk is. <P></P><b>INHOUD:</b> 1. Inleiding 2. Formeel kader WMG 3. Landelijke procedure WMG 4. Politie-ervaringen met de WMG 5. OM-ervaringen met de WMG 6. Reclassering-ervaringen met de WMG 7. NFI-ervaringen met de WMG 8. Samenwerking 9. Eerste resultaten 10. Aandachtspunten voor landelijke uitrol 11. Conclusies | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:627d39b4-8a9a-4ba8-884a-ed1d96eaf10a | |
dc.contributor.institution | DSP-groep | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Amsterdam |