Digitale informatie in het strafproces
dc.contributor.author | Wilde, B. de | |
dc.contributor.author | Hingh, A. de | |
dc.contributor.author | Lodder, A.R. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:13:44Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:13:44Z | |
dc.date.issued | 2019 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/2321 | |
dc.description.abstract | This research aims to contribute to the modernisation of the Dutch Code of Criminal Procedure. Criminal procedures are digitalised more and more. Information is more often available in a digital form and work processes are becoming increasingly more digital too. It is considered desirable to promote and advance digitalisation further. The modernised code should not constitute impediments to attain this goal. The Dutch Minister of Justice and Security has taken the position that the code should be as technology-neutral as possible. Our research has found an answer to the question whether the current Code of Criminal Procedure contains such obstacles and, if so, how they can be removed. However, not all aspects of criminal procedure have been examined. The research was based on the starting point that information becomes available during the criminal proceedings. This means, for instance, that the rules on investigative powers has not been taken into consideration. This research has focused on three main themes: (1) the forms that digital information can take, (2) the way in which digital information is processed and how one can take cognizance of such information, and (3) the use of digitally available information as evidence. | |
dc.description.abstract | Dit onderzoek beoogt een bijdrage te leveren aan de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. De strafvordering wordt steeds meer gedigitaliseerd. Informatie komt vaker in digitale vorm beschikbaar en de werkprocessen worden digitaler. Het wordt wenselijk geacht om verdergaand te digitaliseren. Het gemoderniseerde wetboek zou daarvoor geen obstakels moeten bevatten. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft zich op het standpunt gesteld dat het wetboek zoveel mogelijk techniekonafhankelijk zou moeten zijn. De vraag die in dit onderzoek is beantwoord, is de vraag of het huidige Wetboek van Strafvordering dergelijke obstakels bevat en, wanneer dit het geval is, op welke wijze deze zouden kunnen worden weggenomen. Daarbij zijn niet alle aspecten van de strafvordering onderzocht. Als vertrekpunt is gekozen dat informatie beschikbaar komt in de strafvordering. Dat betekent dat bijvoorbeeld de normering van opsporingsbevoegdheden buiten beschouwing is gebleven. Er zijn drie hoofdthema’s onderzocht: (1) de vorm waarin informatie digitaal wordt vastgelegd, (2) de wijze waarop digitale informatie wordt verwerkt en waarop daarvan kan worden kennisgenomen en (3) het gebruik van digitaal beschikbare informatie als bewijsmiddel. INHOUD: 1. Inleiding 2. De digitalisering van de strafvordering: een stand van zaken 3. In acht te nemen mensenrechten, beginselen en belangen 4. Informatieproducten 5. Dossiervorming en kennisneming van strafvorderlijk relevante informatieproducten 6. Strafrechtelijk bewijs 7. Een strafzaak anno 2033 8. Noodzakelijke wijzigingen van de strafvorderlijke wetgeving 9. Conclusies en aanbevelingen | |
dc.publisher | Vrije Universiteit - Faculteit der Rechtsgeleerdheid | |
dc.relation.ispartofseries | WODC Rapport 2792 | |
dc.subject | Digitalisering | |
dc.subject | Digitale informatievoorziening | |
dc.subject | Strafprocesrecht | |
dc.subject | Digitaal procederen | |
dc.subject | Openbaarheid | |
dc.subject | Digitale handtekening | |
dc.subject | Verdediging | |
dc.subject | Toekomst | |
dc.subject | Procedure | |
dc.subject | Informatievoorziening | |
dc.subject | Slachtoffers | |
dc.subject | Mensenrechten | |
dc.subject | Gegevensbescherming | |
dc.subject | Inzagerecht | |
dc.subject | Gegevensbeveiliging | |
dc.subject | Bewijsmiddel | |
dc.subject | Strafproces | |
dc.subject | Procesdossier | |
dc.title | Digitale informatie in het strafproces | |
dc.title.alternative | De noodzaak van aanpassing van strafvorderlijke wetgeving | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | 2792 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:13:44Z | |
html.description.abstract | This research aims to contribute to the modernisation of the Dutch Code of Criminal Procedure. Criminal procedures are digitalised more and more. Information is more often available in a digital form and work processes are becoming increasingly more digital too. It is considered desirable to promote and advance digitalisation further. The modernised code should not constitute impediments to attain this goal. The Dutch Minister of Justice and Security has taken the position that the code should be as technology-neutral as possible. Our research has found an answer to the question whether the current Code of Criminal Procedure contains such obstacles and, if so, how they can be removed. However, not all aspects of criminal procedure have been examined. The research was based on the starting point that information becomes available during the criminal proceedings. This means, for instance, that the rules on investigative powers has not been taken into consideration. This research has focused on three main themes: (1) the forms that digital information can take, (2) the way in which digital information is processed and how one can take cognizance of such information, and (3) the use of digitally available information as evidence. | en_GB |
html.description.abstract | Dit onderzoek beoogt een bijdrage te leveren aan de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. De strafvordering wordt steeds meer gedigitaliseerd. Informatie komt vaker in digitale vorm beschikbaar en de werkprocessen worden digitaler. Het wordt wenselijk geacht om verdergaand te digitaliseren. Het gemoderniseerde wetboek zou daarvoor geen obstakels moeten bevatten. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft zich op het standpunt gesteld dat het wetboek zoveel mogelijk techniekonafhankelijk zou moeten zijn. De vraag die in dit onderzoek is beantwoord, is de vraag of het huidige Wetboek van Strafvordering dergelijke obstakels bevat en, wanneer dit het geval is, op welke wijze deze zouden kunnen worden weggenomen. Daarbij zijn niet alle aspecten van de strafvordering onderzocht. Als vertrekpunt is gekozen dat informatie beschikbaar komt in de strafvordering. Dat betekent dat bijvoorbeeld de normering van opsporingsbevoegdheden buiten beschouwing is gebleven. Er zijn drie hoofdthema’s onderzocht: (1) de vorm waarin informatie digitaal wordt vastgelegd, (2) de wijze waarop digitale informatie wordt verwerkt en waarop daarvan kan worden kennisgenomen en (3) het gebruik van digitaal beschikbare informatie als bewijsmiddel. <P></P><b>INHOUD:</b> 1. Inleiding 2. De digitalisering van de strafvordering: een stand van zaken 3. In acht te nemen mensenrechten, beginselen en belangen 4. Informatieproducten 5. Dossiervorming en kennisneming van strafvorderlijk relevante informatieproducten 6. Strafrechtelijk bewijs 7. Een strafzaak anno 2033 8. Noodzakelijke wijzigingen van de strafvorderlijke wetgeving 9. Conclusies en aanbevelingen | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:20bf297a-966e-4960-96cf-b182a2a72197 | |
dc.contributor.institution | Vrije Universiteit - Faculteit der Rechtsgeleerdheid | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Amsterdam |