Grensoverschrijdend slachtofferschap
dc.contributor.author | Wijk, A. van | |
dc.contributor.author | Ham, T. van | |
dc.contributor.author | Hardeman, M. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:13:14Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:13:14Z | |
dc.date.issued | 2015 | |
dc.identifier.citation | ISBN:978-94-92255-03-7 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/2127 | |
dc.description.abstract | On 25 October 2012 an European directive on victims’ rights within the European Union (EU) was adopted. The purpose of this directive is to establish minimum standards on the rights of victims of crime within all 28 EU Member States. Apart from specifically defined victim groups (children, victims of terrorism, disabled persons and surviving relatives) three types of victims can be distinguished for whom the Netherlands bears responsibility:Dutch nationals who have fallen victim to a criminal offence abroad and have returned to the Netherlands, or their surviving relative(s) (victim type A);NonDutch nationals who have fallen victim to a criminal offence in the Netherlands either during a tourist visit or during their stay in connection with work, education, et cetera (victim type B);NonDutch nationals who have fallen victim to a criminal offence abroad for which the offender is prosecuted in the Netherlands, for example because the offender lives in the Netherlands (victim type C).The research study focuses on the following question: What are the nature and extent of cross-border victimisation for which the Netherlands bears responsibility and what are the specific problems and needs, if any, of victims in cross-border cases? | |
dc.description.abstract | Op 25 oktober 2012 is een Europese richtlijn tot stand gekomen die zich richt op de slachtofferrechten binnen de Europese Unie (EU). Het doel van deze richtlijn is het zorgdragen voor een minimum aan rechten voor slachtoffers van misdrijven binnen alle 28 lidstaten van de EU. Deze minimumrechten bestaan onder andere uit passende ondersteuning, informatie en bescherming en dient uiterlijk op 16 november 2015 in de nationale wetgeving van EU-lidstaten te zijn geïmplementeerd. Naast specifiek benoemde slachtoffergroepen (kinderen, slachtoffers van terrorisme, gehandicapte slachtoffers en nabestaanden) kunnen drie typen slachtoffers worden onderscheiden waarvoor Nederland verantwoordelijkheid draagt: Nederlandse burgers die slachtoffer worden van een strafbaar feit in het buitenland en daarna terugkeren in Nederland of hun nabestaande(n) (slachtoffertype A); Niet-Nederlandse burgers die in Nederland slachtoffer worden van een strafbaar feit, hetzij tijdens een bezoek als toerist, hetzij tijdens verblijf in verband met werk, studie e.d. (slachtoffertype B); Niet-Nederlandse burgers die in het buitenland slachtoffer zijn geworden van een strafbaar feit waarvoor de dader in Nederland vervolgd wordt, bijvoorbeeld omdat deze zich hier bevindt (slachtoffertype C). Binnen dit onderzoek staat de volgende vraagstelling centraal: Wat zijn de aard en omvang van het grensoverschrijdende slachtofferschap waar Nederland verantwoordelijkheden in heeft en wat zijn de eventuele specifieke problemen en behoeften van de slachtoffers in grensoverschrijdende zaken? | |
dc.publisher | Bureau Beke | |
dc.relation.ispartofseries | WODC Rapport 2472 | |
dc.subject | Buitenlandse werknemers | |
dc.subject | Internationale criminaliteit | |
dc.subject | Slachtofferhulp | |
dc.subject | Computerfraude | |
dc.subject | Toeristen | |
dc.subject | Slachtoffers | |
dc.subject | Rechtspositie | |
dc.subject | Internationale rechtshulp | |
dc.subject | Eu-richtlijn | |
dc.subject | Internationale samenwerking | |
dc.title | Grensoverschrijdend slachtofferschap | |
dc.title.alternative | Een inventarisatie van aard, omvang en aandachtspunten in verband met de effectuering van slachtofferrechten | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | 2472 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:13:14Z | |
html.description.abstract | On 25 October 2012 an European directive on victims’ rights within the European Union (EU) was adopted. The purpose of this directive is to establish minimum standards on the rights of victims of crime within all 28 EU Member States. Apart from specifically defined victim groups (children, victims of terrorism, disabled persons and surviving relatives) three types of victims can be distinguished for whom the Netherlands bears responsibility:Dutch nationals who have fallen victim to a criminal offence abroad and have returned to the Netherlands, or their surviving relative(s) (victim type A);NonDutch nationals who have fallen victim to a criminal offence in the Netherlands either during a tourist visit or during their stay in connection with work, education, et cetera (victim type B);NonDutch nationals who have fallen victim to a criminal offence abroad for which the offender is prosecuted in the Netherlands, for example because the offender lives in the Netherlands (victim type C).The research study focuses on the following question: What are the nature and extent of cross-border victimisation for which the Netherlands bears responsibility and what are the specific problems and needs, if any, of victims in cross-border cases? | en_GB |
html.description.abstract | Op 25 oktober 2012 is een Europese richtlijn tot stand gekomen die zich richt op de slachtofferrechten binnen de Europese Unie (EU). Het doel van deze richtlijn is het zorgdragen voor een minimum aan rechten voor slachtoffers van misdrijven binnen alle 28 lidstaten van de EU. Deze minimumrechten bestaan onder andere uit passende ondersteuning, informatie en bescherming en dient uiterlijk op 16 november 2015 in de nationale wetgeving van EU-lidstaten te zijn geïmplementeerd. Naast specifiek benoemde slachtoffergroepen (kinderen, slachtoffers van terrorisme, gehandicapte slachtoffers en nabestaanden) kunnen drie typen slachtoffers worden onderscheiden waarvoor Nederland verantwoordelijkheid draagt: Nederlandse burgers die slachtoffer worden van een strafbaar feit in het buitenland en daarna terugkeren in Nederland of hun nabestaande(n) (slachtoffertype A); Niet-Nederlandse burgers die in Nederland slachtoffer worden van een strafbaar feit, hetzij tijdens een bezoek als toerist, hetzij tijdens verblijf in verband met werk, studie e.d. (slachtoffertype B); Niet-Nederlandse burgers die in het buitenland slachtoffer zijn geworden van een strafbaar feit waarvoor de dader in Nederland vervolgd wordt, bijvoorbeeld omdat deze zich hier bevindt (slachtoffertype C). Binnen dit onderzoek staat de volgende vraagstelling centraal: Wat zijn de aard en omvang van het grensoverschrijdende slachtofferschap waar Nederland verantwoordelijkheden in heeft en wat zijn de eventuele specifieke problemen en behoeften van de slachtoffers in grensoverschrijdende zaken? | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:0d9afe84-230a-4cf1-8054-2c1693bfb41f | |
dc.contributor.institution | Bureau Beke | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Arnhem |