Zoekmiddelen bij urgente persoonsvermissingen
dc.contributor.author | Homburg, G. | |
dc.contributor.author | Schreijenberg, A. | |
dc.contributor.author | Stouten, J. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:13:10Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:13:10Z | |
dc.date.issued | 2014 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/2092 | |
dc.description.abstract | Volgens de Landelijke Werkgroep Vermiste Personen belemmert de huidige wetgeving in een aantal gevallen het optreden bij vermissingen (Hofman e.a., Eindrapport Landelijke Werkgroep Vermiste Personen, Alphen aan de Rijn (Politie & OM), 2011). In die gevallen leidt dit volgens de Werkgroep tot ernstige beperkingen om urgent vermiste persoon te kunnen traceren. De Werkgroep denkt voor opsporing van vermiste personen in bepaalde categorieën vermissingen aan de inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden (bob-middelen) zoals die zijn vermeld in art 565 Sv of zoals die worden voorgesteld in het wetsvoorstel tot invoering van een Wet verplichte GGZ. Het onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de juridische knelpunten bij het uitoefenen van de bevoegdheden om vermiste personen te kunnen traceren en het onderzoeken van de juridische mogelijkheden om die knelpunten op te lossen. INHOUD: 1. Inleiding 2. Het onderzoek naar vermiste personen: werkproces en knelpunten 3. Oplossingsrichtingen voor juridische knelpunten 4. Conclusie | |
dc.publisher | Regioplan Beleidsonderzoek | |
dc.relation.ispartofseries | WODC Rapport 2399 | |
dc.subject | Belgie | |
dc.subject | Wet- en regelgeving | |
dc.subject | Vermiste personen | |
dc.subject | Vergelijkend onderzoek | |
dc.subject | Politiebevoegdheid | |
dc.subject | Opsporingsmethode | |
dc.subject | Internationale rechtshulp | |
dc.subject | Persoonlijke levenssfeer | |
dc.subject | Politiele opsporing | |
dc.subject | Groot-Brittannie | |
dc.title | Zoekmiddelen bij urgente persoonsvermissingen | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | 2399 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:13:10Z | |
html.description.abstract | Volgens de Landelijke Werkgroep Vermiste Personen belemmert de huidige wetgeving in een aantal gevallen het optreden bij vermissingen (Hofman e.a., Eindrapport Landelijke Werkgroep Vermiste Personen, Alphen aan de Rijn (Politie & OM), 2011). In die gevallen leidt dit volgens de Werkgroep tot ernstige beperkingen om urgent vermiste persoon te kunnen traceren. De Werkgroep denkt voor opsporing van vermiste personen in bepaalde categorieën vermissingen aan de inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden (bob-middelen) zoals die zijn vermeld in art 565 Sv of zoals die worden voorgesteld in het wetsvoorstel tot invoering van een Wet verplichte GGZ. Het onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de juridische knelpunten bij het uitoefenen van de bevoegdheden om vermiste personen te kunnen traceren en het onderzoeken van de juridische mogelijkheden om die knelpunten op te lossen. <P></P><b>INHOUD:</b> 1. Inleiding 2. Het onderzoek naar vermiste personen: werkproces en knelpunten 3. Oplossingsrichtingen voor juridische knelpunten 4. Conclusie | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:22a35163-856c-4103-9884-6f67bb0fa40d | |
dc.contributor.institution | Regioplan Beleidsonderzoek | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Amsterdam |