Individueel of collectief procederen bij massaschade?
dc.contributor.author | Dijck, G. van | |
dc.contributor.author | Doorn, C.J.M. van | |
dc.contributor.author | Tzankova, I.N. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:11:10Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:11:10Z | |
dc.date.issued | 2010 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/1825 | |
dc.description.abstract | Mechanisms to address class actions can essentially be reduced in two models: an opt in model and and opt out model. The central question in this study concerns the influence of an opt in regime or an opt out regime in relation to other factors which determine if claimants litigate individually, join the class or do not litigate at all. | |
dc.description.abstract | Directe aanleiding voor het onderzoek vormt de taakstelling binnen de rechtshulp en de vraag of, in het kader van het programma Rechtsbijstand en geschiloplossing (het vervolg op het programma Duurzame en toegankelijke rechtsbijstand), collectief procederen vanuit dat oogpunt moet worden gestimuleerd (dit is echter vanzelfsprekend geen onderzoeksvraag). Meer algemeen kan dit onderzoek relevant zijn om inzicht te krijgen in de werking van verschillende vormen van collectief procederen/collectieve actie en het keuzegedrag van betrokkenen. Er worden bij collectief procederen in Nederland verschillende vormen onderscheiden: de regeling voor massaal bezwaar in fiscale zaken, de WECAM/Wet collectieve afhandeling van massaschade, het traditionele proefproces, prejudiciële vragen aan de HR etc. In dit soort gevallen kan de behandeling van een groot aantal geschillen 'gebundeld' plaatsvinden. De werkwijze zoals die nu al door de Belastingdienst wordt gehanteerd zou daartoe als voorbeeld kunnen dienen. Deze werkwijze houdt in dat wanneer tegen een besluit massaal bezwaar wordt aangetekend, in één zaak een (beroeps)procedure wordt gevoerd om uitspraak te krijgen op de juridische vraag die aan alle zaken ten grondslag ligt. Zolang deze zaak dient, worden alle andere, vergelijkbare zaken niet in behandeling genomen of aangehouden. Na de uitspraak worden vervolgens alle ingediende bezwaren in de geest van die uitspraak afgehandeld. Met deze werkwijze kan worden voorkomen dat onnodige toevoegingen worden afgegeven of dat (toegevoegde) advocaten onnodige (proces)handelingen verrichten, of dat tegenstrijdige uitspraken worden gedaan in sterk vergelijkbare gevallen. INHOUD: 1. Inleiding en verantwoording 2. Collectieve acties in het recht 3. Analyse van bestaand empirisch onderzoek op het gebied van massaschade 4. Onderzoek naar geschilgedrag 5. Experimenten 6. Conclusies en implicaties | |
dc.publisher | Universiteit van Tilburg, Faculteit der Rechtsgeleerdheid | |
dc.relation.ispartofseries | WODC Rapport 1856 | |
dc.subject | Geschillenbeslechting | |
dc.subject | Collectieve rechten | |
dc.subject | Burgerlijk procesrecht | |
dc.subject | Schadevergoedingsactie | |
dc.subject | Massaschade | |
dc.subject | Procedure | |
dc.subject | Experiment | |
dc.title | Individueel of collectief procederen bij massaschade? | |
dc.title.alternative | experimenten naar het effect van opt-in-modellen en opt-out-modellen op het procesgedrag van benadeelden | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | 1856 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:11:10Z | |
html.description.abstract | Mechanisms to address class actions can essentially be reduced in two models: an opt in model and and opt out model. The central question in this study concerns the influence of an opt in regime or an opt out regime in relation to other factors which determine if claimants litigate individually, join the class or do not litigate at all. | en_GB |
html.description.abstract | Directe aanleiding voor het onderzoek vormt de taakstelling binnen de rechtshulp en de vraag of, in het kader van het programma Rechtsbijstand en geschiloplossing (het vervolg op het programma Duurzame en toegankelijke rechtsbijstand), collectief procederen vanuit dat oogpunt moet worden gestimuleerd (dit is echter vanzelfsprekend geen onderzoeksvraag). Meer algemeen kan dit onderzoek relevant zijn om inzicht te krijgen in de werking van verschillende vormen van collectief procederen/collectieve actie en het keuzegedrag van betrokkenen. Er worden bij collectief procederen in Nederland verschillende vormen onderscheiden: de regeling voor massaal bezwaar in fiscale zaken, de WECAM/Wet collectieve afhandeling van massaschade, het traditionele proefproces, prejudiciële vragen aan de HR etc. In dit soort gevallen kan de behandeling van een groot aantal geschillen 'gebundeld' plaatsvinden. De werkwijze zoals die nu al door de Belastingdienst wordt gehanteerd zou daartoe als voorbeeld kunnen dienen. Deze werkwijze houdt in dat wanneer tegen een besluit massaal bezwaar wordt aangetekend, in één zaak een (beroeps)procedure wordt gevoerd om uitspraak te krijgen op de juridische vraag die aan alle zaken ten grondslag ligt. Zolang deze zaak dient, worden alle andere, vergelijkbare zaken niet in behandeling genomen of aangehouden. Na de uitspraak worden vervolgens alle ingediende bezwaren in de geest van die uitspraak afgehandeld. Met deze werkwijze kan worden voorkomen dat onnodige toevoegingen worden afgegeven of dat (toegevoegde) advocaten onnodige (proces)handelingen verrichten, of dat tegenstrijdige uitspraken worden gedaan in sterk vergelijkbare gevallen. <P></P><b>INHOUD:</b> 1. Inleiding en verantwoording 2. Collectieve acties in het recht 3. Analyse van bestaand empirisch onderzoek op het gebied van massaschade 4. Onderzoek naar geschilgedrag 5. Experimenten 6. Conclusies en implicaties | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:6db0aa9b-3550-456f-99ff-7cc99bbfdd04 | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.contributor.institution | UvT - Faculteit der Rechtsgeleerdheid | |
dc.source.city | Tilburg |