Show simple item record

dc.contributor.authorKalmthout, A.M. van
dc.contributor.authorTak, P.J.P.
dc.coverage.spatialNederland
dc.date.accessioned2021-01-22T13:07:45Z
dc.date.available2021-01-22T13:07:45Z
dc.date.issued2003
dc.identifier.citationISBN:9058500586
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/20.500.12832/1419
dc.description.abstractDe belangrijkste resultaten en conclusies van dit onderzoek zijn: de plaats en de werking van bijzondere strafminima verschillen in de onderzochte landen sterk. In algemene zin concluderen de onderzoekers dat naarmate de hoogte van minimumstraffen niet overeenkomt met de maatschappelijke opvattingen, er allerlei (on)eigenlijke mechanismen ontstaan om onder de minimumstraffen uit te komen. Verder zijn bijzondere minimumstraffen nu eenmaal moeilijk te verenigen met geïndividualiseerde straftoemeting. Tenslotte is er geen relatie tussen het bestaan van bijzondere minimumstraffen en de zwaarte van de concreet tenuitvoergelegde straf. Voor het Nederlandse strafrecht concluderen de onderzoekers dat ons wetboek niet is ingericht op het inpassen van bijzondere strafminima. De belangrijkste overwegingen daarbij zijn dat voor een eventuele invoering van minimumstraffen een grote wetgevingsoperatie nodig zou zijn omdat een gedetailleerde regeling van strafverminderende en strafverlichtende omstandigheden nodig is. Voorts dat de wetgever de verschillende verschijningsvormen van delicten vast moet leggen en dat straftoemetingsregels zeer gedetailleerd omschreven zouden moeten worden. Verder zouden er ook (grote) gevolgen ontstaan voor de strafvorderingsrichtlijnen van het OM en voor de (zwaardere) motiveringsplicht van de rechter.
dc.publisherWolf Legal Publishers
dc.relation.ispartofseriesWODC Rapport 1004
dc.subjectBelgie
dc.subjectLevenslang
dc.subjectVergelijkend onderzoek
dc.subjectEngeland
dc.subjectStraftoemeting
dc.subjectStrafstelsel
dc.subjectFrankrijk
dc.subjectDuitsland
dc.subjectMinimumstraf
dc.subjectGeschiedenis
dc.subjectStrafmaat
dc.titleUps en Downs van de minimumstraf
dc.title.alternativeEen verkennende studie naar het voorkomen van minimum-straffen in Frankrijk, België, Duitsland, Engeland en Wales
dc.typerapport
dc.identifier.project1004
refterms.dateFOA2021-01-22T13:07:45Z
html.description.abstractDe belangrijkste resultaten en conclusies van dit onderzoek zijn: de plaats en de werking van bijzondere strafminima verschillen in de onderzochte landen sterk. In algemene zin concluderen de onderzoekers dat naarmate de hoogte van minimumstraffen niet overeenkomt met de maatschappelijke opvattingen, er allerlei (on)eigenlijke mechanismen ontstaan om onder de minimumstraffen uit te komen. Verder zijn bijzondere minimumstraffen nu eenmaal moeilijk te verenigen met geïndividualiseerde straftoemeting. Tenslotte is er geen relatie tussen het bestaan van bijzondere minimumstraffen en de zwaarte van de concreet tenuitvoergelegde straf. Voor het Nederlandse strafrecht concluderen de onderzoekers dat ons wetboek niet is ingericht op het inpassen van bijzondere strafminima. De belangrijkste overwegingen daarbij zijn dat voor een eventuele invoering van minimumstraffen een grote wetgevingsoperatie nodig zou zijn omdat een gedetailleerde regeling van strafverminderende en strafverlichtende omstandigheden nodig is. Voorts dat de wetgever de verschillende verschijningsvormen van delicten vast moet leggen en dat straftoemetingsregels zeer gedetailleerd omschreven zouden moeten worden. Verder zouden er ook (grote) gevolgen ontstaan voor de strafvorderingsrichtlijnen van het OM en voor de (zwaardere) motiveringsplicht van de rechter.nl_NL
dc.identifier.tuduuid:6a6afc8e-4419-46be-abb8-4f96f1a3f67b
dc.contributor.institutionKatholieke Universiteit Nijmegen
dc.contributor.institutionWODC
dc.source.cityNijmegen


Files in this item

Thumbnail
Name:
ewb03mins-samenvatting_tcm28-6 ...
Size:
70.27Kb
Format:
PDF
Thumbnail
Name:
1004-volledige-tekst_tcm28-675 ...
Size:
1.770Mb
Format:
PDF

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record