Ontkennende en bekennende verdachten
dc.contributor.author | Wartna, B.S.J. | |
dc.contributor.author | Beijers, W.M.E.H. | |
dc.contributor.author | Essers, A.A.M. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:07:30Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:07:30Z | |
dc.date.issued | 1999 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/1301 | |
dc.description.abstract | The discussion of special police interview methods (such as the Zaanland interrogation method) involves suspects who fail to cooperate in an investigation. While it is not quite clear how large or small this group actually is, the WODC recently obtained data from which the percentage of non-confessing suspects can be derived. These data are taken from the Criminal Justice Monitor, an ongoing research project in the field of criminal law. The analyses of this study were based on a sample group comprising 704 criminal cases all settled in 1993 by the Public Prosecution Service or the (police) court. The outcome of this study suggests that any need for special interrogation methods for dealing with 'difficult' suspects is very limited indeed. The large majority of suspects in criminal cases cooperates with police investigations and admits to the offence they have committed. With regard to the group of suspects who deny their guilt, just under half is sentenced. The other half is not prosecuted or is later released. This last group may comprise suspects for whom a new, more targeted interview method would be more appropriate. Examples include sex offenders and suspects involved in organised crime. | |
dc.description.abstract | De discussie over bijzondere politieverhoormethoden (zoals de Zaanse verhoormethode) heeft betrekking op verdachten die niet zonder meer meewerken aan het opsporingsonderzoek. Hoe groot deze groep is is onduidelijk. Sinds kort beschikt het WODC echter over gegevens waaruit het percentage niet-bekennende verdachten valt af te leiden. Deze gegevens zijn afkomstig uit de Strafrechtmonitor, een doorlopend onderzoeksproject op het gebied van de strafrechtspleging. De analyses voor deze studie vonden plaats op een steekproef van 704 strafzaken die alle in 1993 door het OM of door de (politie)rechter werden afgedaan. De resultaten in deze studie wijzen uit dat als er behoefte is aan een speciale verhoormethode voor 'lastige' verdachten, deze slechts in een beperkt aantal gevallen nodig zal zijn. De overgrote meerderheid van de verdachten in strafzaken werkt mee aan het politieonderzoek en bekent het door hen gepleegde delict. Van de groep ontkennende verdachten wordt bijna de helft evengoed veroordeeld. De andere helft wordt niet vervolgd of later vrijgesproken. Onder deze laatste groep bevinden zich wellicht verdachten bij wie een neiuwe, meer gerichte verhoormethode wellicht uitkomst zou bieden. Te denken valt hier dan aan zedendelinquenten en verdachten uit de hoek van de georganiseerde misdaad. | |
dc.publisher | WODC | |
dc.relation.ispartofseries | Onderzoeksnotities 1999/05 | |
dc.subject | Verdachten | |
dc.subject | Marokkanen | |
dc.subject | Verdachtenverhoor | |
dc.subject | Allochtone delinquenten | |
dc.subject | Verhoormethode | |
dc.subject | Bekentenis | |
dc.subject | Surinamers | |
dc.subject | Antillianen | |
dc.subject | Politieverhoor | |
dc.subject | Turken | |
dc.title | Ontkennende en bekennende verdachten | |
dc.title.alternative | Over de proceshouding van verdachten van strafzaken tijdens het politieverhoor | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | W00219 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:07:30Z | |
html.description.abstract | The discussion of special police interview methods (such as the Zaanland interrogation method) involves suspects who fail to cooperate in an investigation. While it is not quite clear how large or small this group actually is, the WODC recently obtained data from which the percentage of non-confessing suspects can be derived. These data are taken from the Criminal Justice Monitor, an ongoing research project in the field of criminal law. The analyses of this study were based on a sample group comprising 704 criminal cases all settled in 1993 by the Public Prosecution Service or the (police) court. The outcome of this study suggests that any need for special interrogation methods for dealing with 'difficult' suspects is very limited indeed. The large majority of suspects in criminal cases cooperates with police investigations and admits to the offence they have committed. With regard to the group of suspects who deny their guilt, just under half is sentenced. The other half is not prosecuted or is later released. This last group may comprise suspects for whom a new, more targeted interview method would be more appropriate. Examples include sex offenders and suspects involved in organised crime. | en_GB |
html.description.abstract | De discussie over bijzondere politieverhoormethoden (zoals de Zaanse verhoormethode) heeft betrekking op verdachten die niet zonder meer meewerken aan het opsporingsonderzoek. Hoe groot deze groep is is onduidelijk. Sinds kort beschikt het WODC echter over gegevens waaruit het percentage niet-bekennende verdachten valt af te leiden. Deze gegevens zijn afkomstig uit de Strafrechtmonitor, een doorlopend onderzoeksproject op het gebied van de strafrechtspleging. De analyses voor deze studie vonden plaats op een steekproef van 704 strafzaken die alle in 1993 door het OM of door de (politie)rechter werden afgedaan. De resultaten in deze studie wijzen uit dat als er behoefte is aan een speciale verhoormethode voor 'lastige' verdachten, deze slechts in een beperkt aantal gevallen nodig zal zijn. De overgrote meerderheid van de verdachten in strafzaken werkt mee aan het politieonderzoek en bekent het door hen gepleegde delict. Van de groep ontkennende verdachten wordt bijna de helft evengoed veroordeeld. De andere helft wordt niet vervolgd of later vrijgesproken. Onder deze laatste groep bevinden zich wellicht verdachten bij wie een neiuwe, meer gerichte verhoormethode wellicht uitkomst zou bieden. Te denken valt hier dan aan zedendelinquenten en verdachten uit de hoek van de georganiseerde misdaad. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:aa3db984-f92a-4dfb-995a-11d57d24e8e7 | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Den Haag |