Schimmige werelden
dc.contributor.author | Kromhout, M. | |
dc.contributor.author | San, M. van | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:07:09Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:07:09Z | |
dc.date.issued | 2003 | |
dc.identifier.citation | ISBN:9054543191 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/1151 | |
dc.description.abstract | The question addressed in this study is: Are there ethnic groups, excluding the 'big four' (Surinamese, Antillians & Arubans, Turks and Moroccans), that account for such large share of juvenile crime as to indicate a need for preventive measures? If so, which groups are they? Do these groups encounter problems which would provide a context for preventive measures? If so, what are these problems? | |
dc.description.abstract | Het onderzoek betreft jongeren (12 tot en met 17 jaar) en jongvolwassenen (18 tot en met 24 jaar) en beperkt zich tot allochtonen (westers en niet-westers) van de eerste generatie. Uitgangspunt is dat deze jeugdigen minstens nog enkele jaren in Nederland zullen verblijven, met welke verblijfsstatus dan ook. De analyse van verdachtencijfers (zie hierna) is voor een belangrijk deel beperkt tot jeugdigen uit Europese landen en uit zogenoemde nieuwe etnische groepen. Met deze laatste omschrijving wordt gedoeld op groepen met een relatief korte geschiedenis van migratie naar Nederland. Deze migranten zijn voor een belangrijk deel als asielzoeker naar Nederland gekomen. Onder hen bevinden zich ook alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s). De vraag welke problemen aanknopingspunten bieden voor preventieve maatregelen wordt alleen beantwoord voor nieuwe etnische groepen.MethodeHet onderzoek bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. In het kwantitatieve deel zijn landelijke verdachtencijfers geanalyseerd uit het Herkenningsdienstsysteem (HKS) van de politie (1999 en 2000) en uit de Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie (OBJD) (1999). Dit betreft alleen de geregistreerde criminaliteit (voornamelijk misdrijven). Daders of verdachten van delicten die niet ter kennis zijn gekomen van de politie, of tegen wie geen proces-verbaal is opgemaakt, blijven hier noodgedwongen buiten beschouwing. Daarnaast moet bij de interpretatie van de resultaten worden bedacht dat de aangiftebereidheid van het publiek en de prioriteiten van de politie invloed hebben op de verdachtencijfers. INHOUD: 1. Inleiding 2. Criminaliteit bij etnische minderheden 3. Onderzoeksopzet 4. Geregistreerde criminaliteit 5. Ervaringen van professionals 6. Suggesties van professionals voor preventie en aanpak 7. Conclusie | |
dc.publisher | Boom | |
dc.relation.ispartofseries | Onderzoek en beleid 206 | |
dc.subject | Allochtone jeugddelinquenten | |
dc.subject | Jeugdcriminaliteit | |
dc.title | Schimmige werelden | |
dc.title.alternative | Nieuwe etnische groepen en jeugdcriminaliteit | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | 01.046 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:07:09Z | |
html.description.abstract | The question addressed in this study is: Are there ethnic groups, excluding the 'big four' (Surinamese, Antillians & Arubans, Turks and Moroccans), that account for such large share of juvenile crime as to indicate a need for preventive measures? If so, which groups are they? Do these groups encounter problems which would provide a context for preventive measures? If so, what are these problems? | en_GB |
html.description.abstract | Het onderzoek betreft jongeren (12 tot en met 17 jaar) en jongvolwassenen (18 tot en met 24 jaar) en beperkt zich tot allochtonen (westers en niet-westers) van de eerste generatie. Uitgangspunt is dat deze jeugdigen minstens nog enkele jaren in Nederland zullen verblijven, met welke verblijfsstatus dan ook. De analyse van verdachtencijfers (zie hierna) is voor een belangrijk deel beperkt tot jeugdigen uit Europese landen en uit zogenoemde nieuwe etnische groepen. Met deze laatste omschrijving wordt gedoeld op groepen met een relatief korte geschiedenis van migratie naar Nederland. Deze migranten zijn voor een belangrijk deel als asielzoeker naar Nederland gekomen. Onder hen bevinden zich ook alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s). De vraag welke problemen aanknopingspunten bieden voor preventieve maatregelen wordt alleen beantwoord voor nieuwe etnische groepen.MethodeHet onderzoek bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. In het kwantitatieve deel zijn landelijke verdachtencijfers geanalyseerd uit het Herkenningsdienstsysteem (HKS) van de politie (1999 en 2000) en uit de Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie (OBJD) (1999). Dit betreft alleen de geregistreerde criminaliteit (voornamelijk misdrijven). Daders of verdachten van delicten die niet ter kennis zijn gekomen van de politie, of tegen wie geen proces-verbaal is opgemaakt, blijven hier noodgedwongen buiten beschouwing. Daarnaast moet bij de interpretatie van de resultaten worden bedacht dat de aangiftebereidheid van het publiek en de prioriteiten van de politie invloed hebben op de verdachtencijfers. <P></P><b>INHOUD:</b> 1. Inleiding 2. Criminaliteit bij etnische minderheden 3. Onderzoeksopzet 4. Geregistreerde criminaliteit 5. Ervaringen van professionals 6. Suggesties van professionals voor preventie en aanpak 7. Conclusie | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:f1e83efb-d3dd-4e86-862a-c1abc2fd009a | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Den Haag |