Show simple item record

dc.contributor.authorTerlouw, G.J.
dc.contributor.authorAron, U.
dc.coverage.spatialNederland
dc.date.accessioned2021-01-22T13:07:00Z
dc.date.available2021-01-22T13:07:00Z
dc.date.issued1996
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/20.500.12832/1103
dc.description.abstractDe Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT), die op 1 februari 1994 van kracht werd, verplicht financiële instellingen (onder andere banken, wisselkantoren, casino's en creditcardorganisaties) ongebruikelijke transacties te melden aan het onafhankelijke Meldpunt ongebruikelijke transacties (MOT). Transacties worden als ongebruikelijk aangemerkt indien wordt voldaan aan een van de indicatoren die voorkomen op een bij ministeriële regeling vastgestelde indicatorenlijst. Het MOT beoordeeld welke van de ongebruikelijke transacties 'verdacht' zijn. De verdachte transacties worden vervolgens uitgezet in het opsporingsveld. Daar kunnen zij worden gebruikt in of leiden tot opsporingsonderzoek. Bij het opstellen van de Wet MOT is toegezegd dat deze twee jaar na inwerkingtreding zou worden geëvalueerd. De centrale onderzoeksvraag luidt: hoe functioneert de Wet MOT wat betreft uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en effectiviteit? In het bijzonder wordt ingegaan naar de preventieve effecten en naar de mate waarin en de wijze waarop transactie-informatie wordt gebruikt in opsporingsonderzoek. De benodigde gegevens zijn verzameld door middel van interviews met medewerkers van de bij de transactie-informatie betrokken instanties. Gegevensmateriaal van kwalitatieve aard is gebaseerd op het MOT-register, het register van Finpol (Financiële politiedesk) van de divisie CRI, en het register van de Nationale Criminele Inlichtingendienst.
dc.publisherWODC
dc.relation.ispartofseriesOnderzoek en beleid 158
dc.subjectWet- en regelgeving
dc.subjectEvaluatieonderzoek
dc.subjectFinanciele instelling
dc.subjectBureau financiele ondersteuning
dc.subjectMelding ongebruikelijke transactie
dc.titleTwee jaar MOT
dc.title.alternativeEn evaluatie van de uitvoering van de Wet melding ongebruikelijke transacties
dc.typerapport
dc.identifier.projectW00158
refterms.dateFOA2021-01-22T13:07:00Z
html.description.abstractDe Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT), die op 1 februari 1994 van kracht werd, verplicht financiële instellingen (onder andere banken, wisselkantoren, casino's en creditcardorganisaties) ongebruikelijke transacties te melden aan het onafhankelijke Meldpunt ongebruikelijke transacties (MOT). Transacties worden als ongebruikelijk aangemerkt indien wordt voldaan aan een van de indicatoren die voorkomen op een bij ministeriële regeling vastgestelde indicatorenlijst. Het MOT beoordeeld welke van de ongebruikelijke transacties 'verdacht' zijn. De verdachte transacties worden vervolgens uitgezet in het opsporingsveld. Daar kunnen zij worden gebruikt in of leiden tot opsporingsonderzoek. Bij het opstellen van de Wet MOT is toegezegd dat deze twee jaar na inwerkingtreding zou worden geëvalueerd. De centrale onderzoeksvraag luidt: hoe functioneert de Wet MOT wat betreft uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en effectiviteit? In het bijzonder wordt ingegaan naar de preventieve effecten en naar de mate waarin en de wijze waarop transactie-informatie wordt gebruikt in opsporingsonderzoek. De benodigde gegevens zijn verzameld door middel van interviews met medewerkers van de bij de transactie-informatie betrokken instanties. Gegevensmateriaal van kwalitatieve aard is gebaseerd op het MOT-register, het register van Finpol (Financiële politiedesk) van de divisie CRI, en het register van de Nationale Criminele Inlichtingendienst.nl_NL
dc.identifier.tuduuid:a271eaf2-0c3f-4417-9a9c-d76cd0e127be
dc.contributor.institutionWODC
dc.source.cityDen Haag


Files in this item

Thumbnail
Name:
ob158-samenvatting_tcm28-78705.pdf
Size:
36.34Kb
Format:
PDF
Thumbnail
Name:
ob158-volledige-tekst_tcm28-78 ...
Size:
7.161Mb
Format:
PDF

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record