Gedragsbeïnvloeding door strafrechtelijk ingrijpen
dc.contributor.author | Bol, M.W. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:06:57Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:06:57Z | |
dc.date.issued | 1995 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/1085 | |
dc.description.abstract | Doel: 'Wat vermag rechtshandhaving, onder welke omstandigheden en bij welke typen strafbare feiten?' Deze vraag stelt de Centrale Directie Wetenschapsbeleid en Ontwikkeling (CDWO) zich in haar onderzoeksprogrammering van juni 1991, en hiermee is in essentie geformuleerd waar het in deze literatuurstudie om gaat. Na het pessimisme van de jaren tachtig (`niets helpt') lijkt er in de criminologische literatuur nu weer sprake van enig optimisme, met name als het gaat over de individuele gedragsbeïnvloeding van delinquenten. Opzet: De genoemde individuele gedragsbeïnvloeding van daders staat centraal, maar ook strafdoelen als rechtvaardigheid, generale preventie ;en beveiliging van de maatschappij ontsnappen niet aan de aandacht. Om de overstelpende hoeveelheid literatuur in te perken zonder bij voorbaat bepaalde soorten delicten of typen daders buiten beschouwing te hoeven laten, is gekozen voor een `overzicht van overzichten'. Dat wil zeggen dat voor wat betreft de criminologische literatuur - in eerste instantie - alleen overzichtsstudies en meta-analyses zijn geselecteerd. Naast criminologische literatuur wordt ook psychologische literatuur bestudeerd. Daarbij gaat het om een nadere analyse van de invloed die mogelijk uitgaat van kenmerken van de gestrafte, de strafoplegger en/of de straf en van de interacties tussen die verschillende kenmerken. Wellicht kunnen elementaire mechanismen worden blootgelegd die ook te herkennen zijn in het straf(proces)recht en bij de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Dit kan aanknopingspunten bieden voor toekomstig onderzoek en beleid. Hoofdstuk 2 t/m 5 bevat het criminologisch gedeelte waarin soorten delicten (rijden onder invloed, zedendelict, gewelddelict), kenmerken/omstandigheden van daders en soort interventie (jeugdigen en volwassenen) centraal staan. Hoofdstuk 6 bevat het psychologische gedeelte. | |
dc.publisher | WODC | |
dc.relation.ispartofseries | Onderzoek en beleid 140 | |
dc.subject | Effectiviteit en efficiency | |
dc.subject | Behandeling | |
dc.subject | Delinquent gedrag | |
dc.subject | Maatregel | |
dc.subject | Criminele psychologie | |
dc.subject | Gedragsinterventie | |
dc.title | Gedragsbeïnvloeding door strafrechtelijk ingrijpen | |
dc.title.alternative | Een literatuurstudie | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | W00140 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:06:57Z | |
html.description.abstract | Doel: 'Wat vermag rechtshandhaving, onder welke omstandigheden en bij welke typen strafbare feiten?' Deze vraag stelt de Centrale Directie Wetenschapsbeleid en Ontwikkeling (CDWO) zich in haar onderzoeksprogrammering van juni 1991, en hiermee is in essentie geformuleerd waar het in deze literatuurstudie om gaat. Na het pessimisme van de jaren tachtig (`niets helpt') lijkt er in de criminologische literatuur nu weer sprake van enig optimisme, met name als het gaat over de individuele gedragsbeïnvloeding van delinquenten. Opzet: De genoemde individuele gedragsbeïnvloeding van daders staat centraal, maar ook strafdoelen als rechtvaardigheid, generale preventie ;en beveiliging van de maatschappij ontsnappen niet aan de aandacht. Om de overstelpende hoeveelheid literatuur in te perken zonder bij voorbaat bepaalde soorten delicten of typen daders buiten beschouwing te hoeven laten, is gekozen voor een `overzicht van overzichten'. Dat wil zeggen dat voor wat betreft de criminologische literatuur - in eerste instantie - alleen overzichtsstudies en meta-analyses zijn geselecteerd. Naast criminologische literatuur wordt ook psychologische literatuur bestudeerd. Daarbij gaat het om een nadere analyse van de invloed die mogelijk uitgaat van kenmerken van de gestrafte, de strafoplegger en/of de straf en van de interacties tussen die verschillende kenmerken. Wellicht kunnen elementaire mechanismen worden blootgelegd die ook te herkennen zijn in het straf(proces)recht en bij de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Dit kan aanknopingspunten bieden voor toekomstig onderzoek en beleid. Hoofdstuk 2 t/m 5 bevat het criminologisch gedeelte waarin soorten delicten (rijden onder invloed, zedendelict, gewelddelict), kenmerken/omstandigheden van daders en soort interventie (jeugdigen en volwassenen) centraal staan. Hoofdstuk 6 bevat het psychologische gedeelte. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:4be80562-4e88-47fc-8b4f-7c4af7e6a343 | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Den Haag |