De civiele procedure bij de kantonrechter
dc.contributor.author | Klijn, A. | |
dc.contributor.author | Cozijn, C. | |
dc.contributor.author | Paulides, G. | |
dc.coverage.spatial | Nederland | |
dc.date.accessioned | 2021-01-22T13:06:56Z | |
dc.date.available | 2021-01-22T13:06:56Z | |
dc.date.issued | 1994 | |
dc.identifier.uri | http://hdl.handle.net/20.500.12832/1079 | |
dc.description.abstract | Doel: Op 30 december 1991 werd een wijziging van de civiele kantongerechtsprocedure van kracht. Deze houdt in een wijziging van de dagvaardingsprocedure (nu, naast dagvaarding via een deurwaarder, ook mogelijk via een door de eiser in te vullen formulier), en het creëren van een door de kantonrechter te treffen voorlopige voorziening (te vergelijken met het kort geding bij de rechtbank). Het onderzoek zal inzicht moeten geven in enerzijds de mate waarin van de nieuwe procedure gebruik gemaakt wordt binnen de diverse soorten zaken (geldvorderingen, huurzaken, arbeidszaken), en anderzijds de overwegingen die aan de keuze voor de ene dan wel de andere procedure ten grondslag liggen. Deze vragen zijn van belang omdat de nieuwe procedure zowel gericht is op vergroting van de efficiency bij de kantongerechten als op vergroting van de toegankelijkheid. De volgende drie vragen worden in dit onderzoek beantwoord: 1) In welke frequentie en onder welke omstandigheden wordt thans gebruik gemaakt van de nieuwe procesfaciliteiten? 2) In hoeverre kan men stellen dat de huidige praktijk voldoet aan de in het vooruitzicht gestelde verwachtingen? 3) Welke factoren zijn ter verklaring van de gerealiseerde situatie aan te voeren? Opzet: Ten behoeve van dit onderzoek zal dossiermateriaal verzameld worden bij kantongerechten. Daarnaast wordt getracht worden via interviews inzicht te krijgen in de beweegredenen van eisers. | |
dc.publisher | WODC | |
dc.relation.ispartofseries | Onderzoek en beleid 134 | |
dc.subject | Evaluatieonderzoek | |
dc.subject | Civiel proces | |
dc.subject | Kantongerecht | |
dc.subject | Snelheid van berechting | |
dc.subject | Burgerlijk recht/procesrecht | |
dc.subject | Dagvaarding | |
dc.title | De civiele procedure bij de kantonrechter | |
dc.title.alternative | Evaluatie van een vernieuwing | |
dc.type | rapport | |
dc.identifier.project | W00134 | |
refterms.dateFOA | 2021-01-22T13:06:56Z | |
html.description.abstract | Doel: Op 30 december 1991 werd een wijziging van de civiele kantongerechtsprocedure van kracht. Deze houdt in een wijziging van de dagvaardingsprocedure (nu, naast dagvaarding via een deurwaarder, ook mogelijk via een door de eiser in te vullen formulier), en het creëren van een door de kantonrechter te treffen voorlopige voorziening (te vergelijken met het kort geding bij de rechtbank). Het onderzoek zal inzicht moeten geven in enerzijds de mate waarin van de nieuwe procedure gebruik gemaakt wordt binnen de diverse soorten zaken (geldvorderingen, huurzaken, arbeidszaken), en anderzijds de overwegingen die aan de keuze voor de ene dan wel de andere procedure ten grondslag liggen. Deze vragen zijn van belang omdat de nieuwe procedure zowel gericht is op vergroting van de efficiency bij de kantongerechten als op vergroting van de toegankelijkheid. De volgende drie vragen worden in dit onderzoek beantwoord: 1) In welke frequentie en onder welke omstandigheden wordt thans gebruik gemaakt van de nieuwe procesfaciliteiten? 2) In hoeverre kan men stellen dat de huidige praktijk voldoet aan de in het vooruitzicht gestelde verwachtingen? 3) Welke factoren zijn ter verklaring van de gerealiseerde situatie aan te voeren? Opzet: Ten behoeve van dit onderzoek zal dossiermateriaal verzameld worden bij kantongerechten. Daarnaast wordt getracht worden via interviews inzicht te krijgen in de beweegredenen van eisers. | nl_NL |
dc.identifier.tud | uuid:e193c498-43cc-446c-9ef1-e0c6ec3b261f | |
dc.contributor.institution | WODC | |
dc.source.city | Den Haag |