WODC Repository
De WODC Repository is de online bibliotheek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). In deze bibliotheek publiceert het WODC alle onderzoeksrapporten en andere publicaties.
Gebruik het zoekvak bovenaan om publicaties te zoeken of gebruik het menu om te filteren op bijvoorbeeld publicatiedatum of auteur. Voor geavanceerd gebruik van de zoekfunctie is een hulppagina beschikbaar.
Bij problemen met de repository kunt u contact opnemen met het WODC.
The WODC Repository is the online library of the Research and Data Centre (WODC). The WODC publishes all research reports and other publications in this library.
Use the search box at the top to search for publications or use the menu to filter by publication date or author, for example. A help page is available for advanced use of the search function.
If you have problems with the repository, please contact the WODC.
Recently Added
-
Het gebruik van het Beleidskompas binnen de Rijksoverheid - Ontwikkeling evaluatiekader en eerste evaluatie Beleidskompas(Erasmus Universiteit - Vakgroep Bestuurskunde & Sociologie, 2024-10-01)Het Beleidskompas is in maart 2023 geïntroduceerd en is bedoeld om Rijksbreed toe te passen. Met het Beleidskompas wordt beoogd de kwaliteit van beleid en regelgeving te borgen en te verbeteren. Het instrument bestaat uit een website, die beleids- en wetgevingsambtenaren een aantal kernvragen voorlegt die zij bij het vormgeven van beleid en regelgeving stapsgewijs dienen te beantwoorden. De website biedt hun daarbij een overzicht van de kwaliteitseisen waaraan beleid en regelgeving moet voldoen en een breed scala aan hulpmiddelen en toetsen om de kernvragen te beantwoorden. In het onderzoek staan de volgende vragen centraal: Vragen met betrekking tot onderzoeksdeel A. de reconstructie van de beleidstheorie en het evaluatiekader: . Hoe luidt de beleidstheorie onderliggend aan het Beleidskompas? Met welk evaluatiekader (criteria, indicatoren en meeteenheden) kan het Beleidskompas geëvalueerd worden? Vragen met betrekking tot onderzoeksdeel B. de plan- en procesevaluatie: In hoeverre is het aannemelijk dat het Beleidskompas –zowel wat betreft de inhoudelijke vragen als de beoogde voorzieningen om het gebruik te stimuleren – tot de beoogde doelen leidt? In hoeverre zijn de voorziene maatregelen en voorzieningen om het gebruik van de Beleidskompas te bevorderen tot stand gebracht, c.q. in hoeverre worden ze toegepast? In hoeverre wordt het Beleidskompas bij het tot stand brengen van beleidsdossiers toegepast en wat kan er gezegd worden over de kwaliteit van deze toepassing?INHOUD Onderzoeksopzet en uitvoering eerste evaluatie Beleidskompas Beleidstheorie van het Beleidskompas en evaluatiekader onderzoek Bevindingen Conclusies en aanbevelingen
-
Evaluatie Innovatiewet Strafvordering - Pilots Gegevens na beslag, Audiovisuele registratie en Hulpofficier van Justitie(Dialogic, 2024-09-30)Op 1 oktober 2022 is de Innovatiewet Strafvordering in werking getreden. Deze wet, waarbij onder andere de artikelen 556-570 Sv zijn ingevoerd, heeft als doel om mogelijk te maken dat ervaring wordt opgedaan met bevoegdheden en werkwijzen ten aanzien waarvan het voornemen bestaat om deze in het nieuwe wetboek van strafvordering te regelen. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van het onderzoek naar drie van de pilotprojecten, te weten de pilots Gegevens na beslag (GNB), Audiovisuele registratie (AVR) en Hulpofficier van Justitie (hOvJ). Binnen de pilots kunnen in totaal acht subpilots worden onderscheiden. Ten aanzien van de drie onderzochte pilotprojecten zijn de volgende onderzoeksvragen beantwoord: Wat is de inhoud van het geldende recht, het recht op grond van de Innovatiewet Strafvordering en het voorgestelde Wetboek van Strafvordering ten aanzien van de onderzochte pilots? Met welke doelen is de wettelijke regeling waarbinnen de pilot plaatsvindt, gecreëerd? Met welke doelen is de pilot uitgevoerd? Op welke manier(en) is de pilot uitgevoerd? In hoeverre is daarbij voldaan aan de randvoorwaarden voor invoering van de pilot zoals omschreven in het evaluatiekader? Welke bijstellingen hebben tijdens de pilot plaatsgevonden? Hoe wordt het uitvoeringsproces van de pilot, inclusief de samenwerking tussen organisaties, door betrokken partijen gewaardeerd? Wat gaat goed en wat kan nog worden verbeterd? Welke resultaten en effecten zijn tijdens de uitvoering van de pilot waargenomen ten aanzien van de evaluatie-indicatoren die per pilotproject zijn geformuleerd en hoe verhouden deze zich tot de werkwijze die vóór aanvang van de pilot werd gevolgd? Levert de werkwijze van de pilot op grond van de uitvoering, de behaalde resultaten en waargenomen effecten een verbetering van de strafvordering op? Verdient het aanbeveling om de werkwijze van de pilot aan te passen? Is het aan te bevelen om de wettelijke regeling toe te passen in andere gevallen dan waarop de pilotprojecten betrekking hebben en, zo ja, binnen welke randvoorwaar-den en met welke uitvoeringsconsequenties? Verdient het aanbeveling om de equivalenten van de bepalingen uit de Innovatiewet Strafvordering in het concept-Wetboek van Strafvordering aan te vullen of aan te passen? Is flankerend beleid noodzakelijk of wenselijk wanneer de werkwijze van de pilot wordt voortgezet? Wat kan op basis van de bevindingen uit de pilot worden gezegd over te verwachten – structurele en incidentele – financiële uitvoeringsconsequenties die voortvloeien uit eventuele invoering van de wettelijke regeling?INHOUD Pilot Gegevens na beslag (GNB) Pilot Audiovisuele registratie (AVR) Pilot Hulpofficieren van Justitie (hOvJ)
-
Evaluatie pilots Innovatiewet Strafvordering - Prejudiciële vragen en mediation in strafzaken(Universiteit Utrecht - Montaigne Centrum, 2024-09-30)Met de Innovatiewet Strafvordering zijn voor de strafrechtspraak twee innovaties ingevoerd. De eerste innovatie betreft de mogelijkheid voor de feitenrechter om in een strafzaak een prejudiciële vraag te stellen aan de Hoge Raad over een rechtsvraag waaraan een bijzonder gewicht toekomt en die een zaaksoverstijgend belang heeft, met het oog op het nemen van een beslissing in die strafzaak. De tweede innovatie ziet op de wijze van het afdoen van een strafzaak, namelijk via mediation onder toezicht van de strafrechter. Indien de mediation succesvol is, kan de rechtbank afzien van een inhoudelijke behandeling van de strafzaak en verklaren dat de strafzaak is geëindigd met de zgn. eindezaakverklaring. Met beide innovaties wordt vooruitgelopen op de modernisering van het Wetboek van Strafvordering, een lopende omvangrijke wetgevingsoperatie die moet leiden tot de inwerkingtreding van een nieuw Wetboek van Strafvordering in 2029. In het onderzoek staat een drietal algemene onderzoeksvragen centraal die zijn gebaseerd op de eerdergenoemde evaluatiecriteria. Het gaat om de volgende drie algemene onderzoeksvragen: Wat kan op basis van het onderzoek naar de pilots prejudiciële vragen aan de Hoge Raad in strafzaken en mediation in strafzaken worden vastgesteld over de mate waarin de wettelijke regeling van de prejudiciële procedure van artikelen 553-555 Sv en die van mediation in strafzaken van artikelen 571-574 Sv volstaan dan wel aanpassing behoeven? Zijn flankerende maatregelen nodig, bijvoorbeeld in de zin van aanpassing van werkprocessen of aanvullende investeringen? Wat op basis van het onderzoek naar de pilots prejudiciële vragen aan de Hoge Raad in strafzaken en mediation in strafzaken worden gezegd over financiële uitvoeringsconsequenties die voortvloeien uit de wettelijke regelingen van artikelen 553-555 Sv en van artikelen 571-574 Sv? INNHOUD Aanleiding en onderzoeksvragen Methodologie De pilot prejudiciële vragen De pilot Mediation in strafzaken Beantwoording onderzoeksvragen en aanbevelingen
-
Verzekerd van een vrije keuze - Verkenning van het vrije keuzerecht van rechtsbijstandsverzekerden en de toegang tot het recht(Pro Facto, 2024-09-25)Rechtsbijstandsverzekeraars zijn verplicht om in de verzekeringsovereenkomst uitdrukkelijk te bepalen dat de verzekerde vrij is om zelf een rechtsbijstandverlener te kiezen in een gerechtelijke of administratieve procedure. Dat betekent dat ondernemingen en burgers die een rechtsbijstandsverzekering afsluiten in een gerechtelijke of administratieve procedure vrij zijn om hun eigen advocaat of een andere rechtshulpverlener1 te kiezen. Een verzekerde is dus niet gebonden aan de in-house jurist of een door de rechtsbijstandsverzekeraar gekozen advocaat. Dit recht op een vrije keuze van een rechtsbijstandverlener staat in artikel 201 van Richtlijn 2009/138/EU en is geïmplementeerd in artikel 4:67 van de Wet op het financieel toezicht. Dit verkennend onderzoek geeft antwoord op de volgende hoofdvraag: Op welke wijze en in welke mate kan, gegeven de stand van de jurisprudentie inzake vrije advocaatkeuze, de toegang tot het recht van gebruikers van rechtsbijstandsverzekeringen (in het bijzonder de groep met een middeninkomen) veranderen en hoe kan deze toegang zoveel mogelijk worden behouden? INHOUD Inleiding Methodologie Toegang tot het recht en rechtsbijstandsverzekeringen Reikwijdte van het vrije keuzerecht Gevolgen uitbreiding vrije keuzerecht Interventies
-
Door de vingers bekeken - Derde evaluatie Wet biometrie in de vreemdelingenketen(Pro Facto, 2024-09-23)De toegang, toelating en uitzetting van vreemdelingen en het vreemdelingentoezicht is in Nederland geregeld in de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Deze Vw 2000 is met de Wet biometrie in de vreemdelingenketen (Wbvk) per 1 maart 2014 gewijzigd. De wetgever achtte deze wetswijziging noodzakelijk om de betrouwbaarheid van de identiteitsvaststelling te verbeteren, waardoor fraude effectiever bestreden zou kunnen worden. Op verzoek van de Eerste Kamer is de wet voor het eerst geëvalueerd in 2016-2017. Toen bleek dat een vervolgevaluatie nodig was om de effecten van de Wbvk beter in kaart te krijgen. Die tweede evaluatie is in 2018-2019 uitgevoerd. Na de tweede evaluatie is de Wbvk verlengd met vijf jaar (tot in 2026). Daarbij is vastgelegd dat een nieuwe, derde evaluatie een verslag moet opleveren over de noodzakelijkheid, de doeltreffendheid en de effecten van de Wbvk. Dit rapport presenteert de resultaten van deze derde evaluatie. Daarbij zijn de volgende twee onderzoeksvragen gehanteerd: Hoe verhoudt de Wbvk zich tot relevante andere (Europese) wet- en regelgeving? Welke bijdrage levert de Wbvk aan de identiteitsvaststelling van de vreemdeling en daarmee aan de werking van de Vreemdelingenwet 2000?INHOUD Inleiding Beleidsreconstructie De verhouding tussen de Wbvk en EU-regelgeving Kwalitatieve verbindingen Kwaliteit van biometrische bevindingen Kwantitatieve analyse Conclusie